Revolusi

Hoewel ik er nooit geweest ben heb ik een bijzondere fascinatie met Indonesië. Misschien is het ontstaan toen ik als kind boeken las over de Katjangs (Indonesische jongens die in Nederland op kostschool gingen) of door films die ik zag, maar ik heb altijd een speciale band gevoeld met dat land, aanvankelijk “ons Indië”.

Ik bezocht regelmatig de Pasar Malam en snoof letterlijk de geur op van de Gordel van Smaragd. (Later veranderde de Pasar van naam en heette de Tong Tong Fair. De oude Indiëgangers maakten plaats voor gehaaide Aziatische zakenmannen en gehoofddoekte vrouwen die routineus gebakken pisang en Chinese rommel verkochten).

Ik maak weleens het grapje dat ik gereïncarneerd ben: vroeger was ik een klein jongetje van de dessa.

Ik las de Max Havelaar en begreep al snel dat we het verleden niet moeten romantiseren.  Nederland was een koloniale macht die de buitengewesten genadeloos uitbuitte. De vreedzame, onderdanige en dankbare inlanders die maar wat blij waren met de beschaving die hen werd bijgebracht konden niet anders dan zich zo gedragen omdat er geen enkele plaats was voor zelfbeschikking of onafhankelijkheid.

De Tweede Wereldoorlog bracht de onafhankelijkheidsstrijd in een stroomversnelling, niet in het minst doordat de Japanners lieten zien dat een Aziatisch volk wel degelijk de macht kan overnemen van de blanken.

Na de oorlog dacht Nederland dat de oude status quo weer hersteld zou worden (er was heel hard geld nodig voor de wederopbouw van het moederland) maar vlak na de capitulatie van Japan riep Indonesië de onafhankelijkheid uit en binnen enkele jaren was die een feit. De wrede politionele acties konden dat niet tegenhouden.

Ik las over de schandalige behandeling die repatrianten ten deel viel en probeerde begrip op te brengen voor de wanhopige pogingen van jonge Molukkers door middel van kapingen hiervoor aandacht te krijgen.

 

Ik praatte veel over Indonesië met mijn vriend Hans (over wie ik graag vertel dat hij op de boot van Indië naar Nederland geboren is). Hans is zelf een Indo, kan prachtige liedjes op zijn gitaar spelen en weet veel van de geschiedenis.  Ik krijg af en toe een boek van hem, dat een plaatsje vindt in mijn bescheiden bibliotheekje.

Hij maakte mij opmerkzaam op de televisieserie “Revolusi” en het gelijknamige boek van David van Reybrouck.

Ik zag het eerste deel van de serie en las het boek.

 

De schrijver baseert zich op literatuurstudie, maar vooral ook op de verhalen van tientallen stokoude mensen die de geschiedenis aan den lijve hebben ondervonden.

Het is een indrukwekkend boek geworden waarin de gebeurtenissen die leidden tot de onafhankelijkheid uitvoerig belicht worden. De persoonlijke verhalen van de geïnterviewden vormen een waardevolle bijdrage.

Van Reybrouck geeft in 15 hoofdstukken een heel helder overzicht van de geschiedenis, waarbij wel opgemerkt moet worden dat de periode na de onafhankelijkheid er in het laatste hoofdstuk er nogal snel doorheen gejast wordt. Dit valt des te meer op omdat in de eerste 14 hoofdstukken het tempo bewust laag gehouden wordt, zodat ook aan details aandacht besteed kan worden.

De bedenkelijke rol die de Verenigde Staten na de Tweede Wereldoorlog speelden in hun angst voor het oprukkende communisme wordt wel heel duidelijk.

 

De vergelijking met Geert Mak dringt zich op. Mak heeft immers ook uitgebreid geschiedenis beschreven en baseerde zich ook op eigen waarnemingen en interviews.

Die vergelijking valt niet uit in het voordeel van van Reybrouck. Het kan zijn dat ik af en toe struikelde over Vlaamse constructies (“de vrachtauto schoot in brand”, ze “laten bruggen springen”, “tegen 1 oktober” en “stootkar”) maar er is hier en daar ook sprake van slordige terminologie: de Engelse rang van Brigadier kan niet zomaar vertaald worden met brigadier, maak er dan tenminste brigadier-generaal van. Het woord elektriseermachine kan niet gebruikt worden in plaats van generator, en “handpistool” is een verhaspeling.

Van Reybrouck bedankt in zijn slotwoord zijn redacteur, maar deze had wat beter zijn werk moeten doen, dan was de aandacht van de lezer hier niet door afgeleid.

 

Al met al een bijzonder leesbaar boek, dat een prima overzicht geeft van de onafhankelijkheidsstrijd.

 

Ik zag tot nu toe een aflevering van de tv-serie, de andere heb ik opgenomen, dus die komen nog. Ik moest wel even slikken toen ik een oude Indische meneer hoorde spreken over de straaljagers die de Nederlandse vliegtuigen aanvielen. De Duitsers experimenteerden er op zeer bescheiden schaal mee in Europa, maar in de Pacific had alles nog propellers. Haperde zijn herinnering een beetje of werd hij slecht vertaald?

Ik moet de film “De Oost” ook nog zien, maar ben enigszins huiverig omdat mijn ervaring met Nederlands drama tot nu toe niet echt positief is.
Ik ben benieuwd hoe Raymond Westerling wordt geportretteerd. Lijkt hij een beetje op de echte (die ik eens ontmoet heb)?

 

Revolusi          7

 

 

 

 

 

 

 

Gepubliceerd op
Gecategoriseerd als Gelezen

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.