Het verbaast me nogal dat mensen om mij heen vaak heel zeker zijn met betrekking tot hun kennis over voedsel.
Ze weten feilloos wat gezond is en wat niet en vertellen iedereen die het horen wil weetjes op het gebied van verstandig eten.
Vaak hemelen ze biologisch voedsel op en hebben ze zware kritiek op supermarkt-eten. Soms lijkt het erop dat ik met mijn leven speel als ik maaltijden bereid met ingrediënten die ik bij de Vomar kocht.
Ze spreken over foute E-nummers en zeggen dat suiker gewoon gif is! Aspartaam is levensgevaarlijk en Stevia is een wondermiddel.
Als ik hiertegen in breng dat wetenschappelijk onderzoek geen enkele gevaarlijke bijwerking van deze kunstmatige zoetstof heeft kunnen vaststellen en dat ik Stevia naar niks vind smaken kijken ze me meewarig aan.
Ze vertellen hoe lekker dennenappelthee is en dat het ook nog vreselijke ziektes geneest.
Ik heb eens in een documentaire over de Amerikaanse markt gelezen, dat men daar overal de uit maïs gedestilleerde glucose-fructosestroop in doet, voornamelijk als “vulling”. Dit is lucratief omdat maïs heel goedkoop is (de verbouw ervan is gesubsidieerd), en voor een groot deel duurdere ingrediënten vervangt.
Hier is duidelijk sprake van bedrog: als je een pizza koopt verwacht je ingrediënten als meel en kaas en niet dat hij voor een kwart bestaat uit fructosestroop.
Je kunt echter niet zeggen dat de fabrikant ons vergiftigt. Het lijkt er soms op dat mensen echt denken dat voedselproducenten gevaarlijke rommel in ons eten stoppen.
Als je even stilstaat bij die gedachte weet je dat dit zeer onwaarschijnlijk is. Ze zouden groot (juridisch) risico lopen als mensen ziek worden of zelfs sterven als gevolg van de consumptie van hun waren. En ze hebben een naam te verliezen. Als bekend wordt dat je ziek wordt van een bepaald product koopt niemand het meer en kan de producent wel inpakken.
In 1980 stierven twee mensen nadat ze diepvriesgroente hadden gegeten waarin tijdens het transport koelvloeistof terecht was gekomen. Dit was een ongeluk, geen opzet, maar de schade liep in de miljoenen. Iglo is er nooit meer echt bovenop gekomen.
De handel is er overigens ook achter gekomen dat groen hot is. Op elke verpakking die je in handen krijgt wordt ons duidelijk gemaakt dat we hier een uiterst betrouwbaar milieuvriendelijk geproduceerd product in handen hebben, op natuurlijke wijze bereid en zonder toevoeging van kunstmatige stoffen. Zelfs op de verpakking is niets aan te merken, want die is recyclebaar.
Er bestaat een woud van vignetten en kwaliteitsaanduidingen, waarin niemand nog de weg kan vinden.
Mag ik even braken? Soms gaan ze wel heel ver met hun geslijm:
Inmiddels is er wel degelijk een echt probleem op voedselgebied: mensen die weinig geld te besteden hebben kopen veel te vaak ongezond fastfood. Gezond eten is vaak te duur.
Ik las in een voortreffelijk boek van James O’Brien (How to be Right) dat pogingen om mensen meer bewust te maken van hun ongezonde voedingspatroon door de rechtse media zwaar worden bekritiseerd. Men noemt het daar het Nanny-syndroom. De overheid zou veel te betuttelend optreden en zou meer moeten vertrouwen op de eigen verantwoordelijkheid van de mensen.
Hij schildert echter het beeld van de leefomgeving van veel arme Engelsen: in elke straat stikt het van de fastfoodwinkels en overal staan reclameborden die vertellen dat je zo lekker en goedkoop bij MacDonald’s en KFC kan eten. Bied daar maar eens continu weerstand aan!
De bescheiden overheidscampagnes steken hier wel erg mager bij af….
Wat dat betreft zijn we er in Nederland, geloof ik, wat beter aan toe.
(Hoewel de Telegraaf zich wel zorgen maakt dat naast Zwarte Piet ook onze gehaktbal wordt afgepakt).