Toch een auto
Nadat in 1978 mijn Renault 4 de geest had gegeven op weg naar Seedorf, (de plaats waar ik mijn militaire dienstplicht vervulde), kocht ik geen nieuwe auto.
Er waren milieu-overwegingen, het ging om geld (wat ik niet had), maar belangrijker was, dat ik eigenlijk geen auto nodig had. Ik kon veel bestemmingen per fiets bereiken en ik houd van de trein.
Ook toen we kinderen kregen was er geen aanvechting een auto te kopen. Soms mocht ik die van mijn vader lenen, vaker vonden we alternatieve vormen van vervoer. De omstandigheid dat mijn echtgenote geen rijbewijs heeft speelde natuurlijk ook een rol.
Er kwam een moment dat het voor mijn werk toch wel erg handig zou zijn over een auto te beschikken. Als door een wonder kreeg ik er toen een aangeboden. Mijn schoonvader beschikte over een Renault Clio en vond dat hij langzamerhand te oud werd om nog auto te rijden. Ik hoefde niets voor de Clio te betalen!
Het kleine autootje bewees lange tijd zijn dienst, maar toen onze zoons zo groot werden dat ze steeds hun hoofd stootten als ik een hobbel nam besloot ik een grotere auto aan te schaffen.
Ik ging vanzelfsprekend niet over één nacht ijs. Ik benaderde mijn buurman Benno, die erg veel verstand van auto’s heeft. Ik vertelde hem dat ik graag een oude Volvo wilde, of een Rover. Dat vond ik mooie, robuuste auto’s.
Benno wees dit resoluut van de hand. Zelf reed hij een Toyota en iedereen met een beetje verstand van auto’s weet dat je een Japanner of andere Aziaat moet hebben: die gaan het langste mee.
Ik ging uiteraard overstag. Van iemand die zoveel autobladen leest kun je het nooit winnen.
Benno zocht eindeloos op internet en liet mij af en toe meekijken. Toen ik enthousiast wees op een mooie paarse auto keek hij mij minachtend aan. Wie kiest er nu op kleur? “Mietje”, zag ik hem denken. “Dat doen alleen vrouwen”.
Na heel lang beraad viel de keuze op een Mazda 626 stationwagen. Hij stond in Leiderdorp, had 171.000 km op de teller en moest €4300 kosten. Hij was blauw.
Benno vertelde me dat hij altijd keek naar het bouwjaar (in ons geval 2000) en de kilometerstand. De stand beviel hem. De vorige eigenaar had gemiddeld 19000 kilometer per jaar gereden en dat was goed. De nieuwprijs was € 25000,-
We maakten een proefrit en ik was diep onder de indruk: wat een grote bak! En hij stuurde zo makkelijk! Dat kwam door de stuurbekrachtiging, daaraan was ik niet gewend.
Ik was een pietsie teleurgesteld dat ik de deur gewoon met het sleuteltje moest openen. Het leek mij heel erg stoer om dit achteloos vanaf een afstand te kunnen doen, en dat de auto dan met de lichten knippert om je te vertellen dat het gelukt is. Ik durfde dit niet aan Benno te vertellen, die stond al fronsend onder de motorkap te kijken. Ik vond dat het er prima uitzag, maar mijn vriend had wel enkele kritische vragen, waarmee hij de verkoper in het nauw bracht. Hij sprak over de linkernokkenaskoppelkeerking. Was dit het originele exemplaar? Was het carter niet getordeerd, want in dat geval kon de bobine nooit genoeg vermogen leveren aan de stroomverdeler. En dat merk je dan natuurlijk bij het nemen van bochten.
De verkoper kon Benno gerust stellen en ik kreeg groen licht. Ik werd de trotse eigenaar van een Mazda 626 wagon (dat woord kan je zo lekker Amerikaans uit je mond laten komen), 1270 kg zwaar en 4 m 67 lang.
We haalden de auto op 4 april 2009 op, we mochten de Clio achterlaten. Ik kreeg er nog €150 voor. Wat was ik trots! Ik had helemaal niet het idee dat ik in een tweedehands auto van 9 jaar oud reed, hij zag er nog als nieuw uit en rook ook goed (dat is belangrijk).
Om het kenteken 69-DX-VN uit het hoofd te leren bedacht ik het ezelsbruggetje soixante-neuf (oh-là-là) – Dixie – Verenigde Naties. Jammer genoeg is het niet zo’n heel goed bruggetje, want ik heb al meerdere keren naar de voorkant van mijn auto moeten lopen als mij om het kenteken gevraagd werd.
Toen we onze caravan aanschaften bleek de Mazda sterk genoeg om hem te kunnen trekken (hoewel ik daaraan wel eens twijfel als ik met tegenwind door Friesland rijd). Volgens het boekje heeft hij een topsnelheid van 202 km p/u, maar zo hard heb ik nog nooit gereden.
De auto heeft maar één airbag, ik moet er dus voor zorgen dat ik alleen in de auto zit als ik ergens frontaal tegenop bots.
Cijfers
De zware Mazda brengt natuurlijk wel hogere kosten met zich mee dan de Clio.
Wegenbelasting | Verzekering | |
Clio | 16 | 21,85 |
Mazda in 2009 | 48 | 47,97 |
Mazda in 2016 | 56 | 58.67
(incl caravan) |
Hoeveel kilometer rijd ik per jaar? (van 1 april – 31 maart)
2009-2010 | 4838 |
2010-2011 | 8734 |
2011-2012 | 4650 |
2012-2013 | 4413 |
2013-2014 | 3399 |
2014-2015 | 4578 |
2015-2016 | 5408 |
Benzine kostte in 2009 € 1,34 per liter, nu is dat € 1,37 (maar is in deze periode ook wel eens € 1,76 geweest).
Verbruik: (kilometers op een liter benzine). Hoe zwaar leunde mijn voet op het gaspedaal?
Aanvankelijk was dit 1:12,41, dat is nu gezakt naar 1:11.07. Dat is niet mooi, want ik rijd heel modern: niet afremmen op de motor, anticiperen als verderop het verkeerslicht op rood staat en rustig optrekken.
Overige kosten tot nu toe (één keer per jaar APK, onderhoud en reparaties): €2437,56. Ik heb gelukkig nog maar heel weinig schade gehad, maar ben me ervan bewust dat dit zo maar kan gebeuren. Je wordt wat ouder en het stikt van de paaltjes.
Een keer een parkeerboete van € 53,00. (De maaltijd bij de Griek duurde iets te lang, de Gyros was nu wel heel duur geweest). Ik heb één keer moeten blazen: een promillage van 0, dus geen boete.
De balans
Het autorijden kost mij (alle kosten meegenomen, behalve afschrijving) ongeveer 32 cent per kilometer.
Hier staat heel veel gemak tegenover (ook voor mijn luie zoon die graag naar het station gebracht wordt) en natuurlijk het voornaamste: we kunnen heerlijk op vakantie met de caravan, die kunnen we niet achter onze fiets hangen. Hierover meer in een volgend stuk.
Je kunt op streetview kijken. De auto staat voor de deur, je moet je wel even omdraaien.