Onze trouwe Mazda hondenbak die we 12 jaar geleden aanschaften heeft naast kosmetische tekortkomingen nu ook een technisch probleem. Hij glipt elke keer uit de vijfde versnelling. Een bezoekje aan het internet leert dat reparatie al snel €1000 gaat kosten, het lijkt ons verstandig dit bedrag niet meer aan deze auto te besteden.
Mijn technische vriend Benno (die destijds deze geweldige auto voor mij had gevonden) gaf intelligente adviezen: knoop een touw rond de versnellingspook en bind dat vast aan het dashboard of vraag je vrouw de pook vooruitgeduwd te houden.
De eerste oplossing leek mij weinig flexibel. Er moet immers van tijd tot tijd ook teruggeschakeld worden. De tweede had als nadeel dat mijn echtgenote op deze manier niet in staat is een sinaasappeltje te schillen als ze daartoe de aandrang voelt opkomen.
Er kwam nog wat bij: mijn buurjongetje, dat me laatst de vraag stelde waarom ik mijn auto nooit waste, drukte mij met de neus op de feiten: de Mazda en ik waren uit elkaar gegroeid. Een groot gat aan de achterzijde werd met duct-tape dicht gehouden (ik was een keer ’s winters bij het achteruitrijden van het pad geraakt en op een lantaarnpaal gestuit) en de wielkast vertoonde flinke roestsporen.
Nadat de eigenaar van mijn garage had vastgesteld dat reparatie van de versnellingsbak inderdaad in de papieren zou lopen was het besluit snel genomen: we moesten een andere auto hebben!
Het liefst had ik een elektrische genomen, maar dat kon niet omdat die geen caravan kunnen trekken.
Benno ging weer op zoek en vond een auto die geschikt was voor ons en die bovendien niet van ver hoefde te komen: er stond een degelijke auto bij zijn dealer te koop.
Het is weer een Japanner, een Toyota uit 2006, en ik besloot hier niet moeilijk over te doen met betrekking tot de Tweede Wereldoorlog. (“Gelukkig heb je geen VW gekocht,” zei Benno. “Die waren nog erger”).
Het is een auto met een hoge instap waar ik goed in pas en waarin de persoon achter mij ook nog redelijk beenruimte heeft.
Ik zal er wel aan moeten wennen dat het een automaat is. Bij de proefrit zag ik nog net niet de rem voor de koppeling aan maar werd mijn rechterhand wel iedere keer in de richting van de pook (die maar drie standen heeft) getrokken om gewoontegetrouw een andere versnelling te kiezen.
Bovendien moet ik nu weer heel goed op paaltjes en andere obstakels gaan letten.
Ik rijd maar 4000 km per jaar, dus hij zal niet al te hard slijten. Ik hoop dat we er net zo lang mee doen als met de Mazda.
En ik zal hem regelmatig wassen.
Ik schreef in 2016 een blog over de Mazda.