Oudejaarsnacht 2016 zijn wij voor de tweede keer in een half jaar slachtoffer geworden van kleine criminaliteit. Er werd weer bij ons ingebroken, de dieven namen mijn computer mee, een tablet en ons fototoestel.
Ze haalden alle kasten en laden overhoop en stortten de inhoud op de grond. Als afscheidscadeautje spoten ze een spuitbus slagroom, een fles fritessaus en een fles ketchup in de keuken leeg. Ze leegden ook nog een pak karnemelk en zetten de kraan wijd open.
Omdat bij de eerste inbraak ook zoveel rommel was gemaakt (ze hadden toen flessen met schoonmaakmiddel en shampoo leeggespoten) denken we dat beide inbraken door dezelfde bende zijn gepleegd.
De eerste keer waren ze binnengekomen door het slot van de voordeur te forceren (“cilindertrekken”), de tweede keer gooiden ze een grote steen door het achterraam, waardoor ze de sleutel die wij in het slot hadden laten zitten konden omdraaien.
De steen ging dwars door de kerstboom heen, de kamer lag vol met grote en kleine scherven.
Gevoel en gevolg.
We noemen het kleine criminaliteit, maar zo voelt het niet. Je ziet dat de luxaflex naar beneden is gedaan en weet dus als je thuiskomt dat er bezoekers zijn geweest. Je staat te trillen op je benen en wordt heel erg kwaad als je de puinhoop ziet die ze hebben aangericht.
Je krijgt iedere keer een steek in je buik als je weer iets ontdekt of denkt te ontdekken. Als iets niet op de verwachte plek ligt denk je: “Dat hebben ze ook meegenomen.” Je realiseert je dat vreemde vingers aan jouw persoonlijke eigendommen hebben gezeten. Je bent teksten en foto’s kwijt die op je computer stonden en moet heel veel gaan regelen: opruimen, inventariseren, aangifte, verzekering en reparatie van het venster.
Als je wat langer van huis gaat denk je regelmatig aan de vorige keer dat je weg was. In welke staat zal ik mijn huis nu bij terugkomst aantreffen?
Je bent boos op jezelf omdat je de sleutel aan de binnenkant van de tuindeur had laten zitten.
Je vraagt je af wat voor types de inbrekers waren. We denken dat het jonge jongens zijn, omdat ze met onze creditkaart aankopen hadden gedaan in een kledingwinkel voor jongeren.
Hoe voelen ze zich als ze foto’s van het gezin dat ze beroven aan de muur zien hangen? Als ze met hun handen door privé-spullen gaan? Ontlenen ze echt plezier aan de dingen die ze kopen met het geld dat ze aan diefstal overhouden?
Je vraagt je af wat je verder nog kunt doen om je huis te beschermen. Moeten we rolluiken laten aanbrengen, zoals de buren hebben gedaan? Alarm installeren, tralies voor de ramen?
Je raakt je onbevangenheid kwijt.
Politie
Twee jonge politieagenten arriveren om half drie ’s nachts, ze zijn vriendelijk en meelevend. Ze maken foto’s en notities en regelen een paar zaken (noodreparatie van het raam, telefoonnummers van de bank) en een van hen repareert zelfs provisorisch het tuinhek.
Ze vertellen dat er een groep inbrekers in onze stad actief is die een kat-en–muis spelletje met de politie speelt. Ze gaan altijd op dezelfde manier te werk, de leeggespoten flessen zijn hun handtekening. De politie heeft een vermoeden wie ze zijn maar kan niets bewijzen. De technische recherche kan bij ons geen sporen vinden, de dieven droegen handschoenen.
Ik geef alle serienummers door, de agenten vertellen dat we op de hoogte gehouden zullen worden van eventuele vorderingen.
Later belt de recherche in Lelystad met de boodschap dat ze mijn zaak onder behandeling hebben. Ik zal over een maand ongetwijfeld een beleefd briefje van hen ontvangen (net als na de eerste keer) dat het onderzoek niets heeft opgeleverd.
Verzekering
De verzekering keert uit, maar je gaat er natuurlijk altijd op achteruit: €300,- eigen risico en we kregen niet meer dan de dagwaarde voor het gestolen tablet.
Onlangs kocht ik dus mijn derde Apple-computer en mijn derde camera. Ik word kind aan huis in de winkels.
Alarm
Na rijp beraad besluiten we een alarm te laten aanleggen. De monteur komt en bevestigt magneetcontacten aan vensters en deuren. Als die opengaan terwijl het alarm is ingeschakeld gaat er een loeiharde sirene af. Dat gebeurt ook als een van de bewegingssensors in het huis beweging detecteert.
Het kost veel geld: ruim €2000,- , maar het is goed dat we deze stap genomen hebben. We moeten immers met een gerust hart weg kunnen gaan.
Bij thuiskomst moeten we nu een code invoeren om te voorkomen dat we zelf voor boeven worden aangezien.
We hebben nu echt het idee dat ons huis niet langer het doelwit van criminelen zal worden, ze zullen voor een gemakkelijker prooi kiezen.
Rechts
We hadden te maken met kleine criminaliteit. Het was voor mij de vierde keer dat er ingebroken werd in mijn huis: twee keer in Amsterdam, twee keer in mijn huidige woonplaats. Je schudt het natuurlijk van je af, het was maar materie. Je realiseert je dat je ook slachtoffer had kunnen worden van een zwaar misdrijf…
Hoe dan ook, je wordt wel rechts van dit soort dingen. Je zou haast weer lijfstraffen willen invoeren, (ik stel voor te beginnen met een onderdompeling in het ijskoude Weerwater). Een van de lezers van mijn vorige blog over dit onderwerp stelde in haar reactie voor “dat tuig op te knopen”. Als overtuigd aanhanger van de rechtsstaat gaat dat mij uiteraard te ver. Ik zou wel graag willen dat de daders voor de rechter verschijnen en dan een gepaste straf krijgen.
En dat de scooter die ze van mijn geld gekocht hebben tijdens het rijden spontaan beide wielen verliest.
Zie ook mijn bericht kleine criminaliteit uit maart 2016.
Het is om uit je vel te springen.