Tante Bep had geen mooier cadeau kunnen bedenken voor mijn tiende verjaardag: een Airfix model van een Lancaster WO II bommenwerper.
Het kostte mij uren om hem in elkaar te zetten, erg gehinderd door het feit dat de gebruiksaanwijzing in het Engels was gesteld. Ik moest het van de afbeeldingen hebben en die waren lang niet altijd duidelijk.
Ik legde de laatste hand door het zorgvuldig aanbrengen van de “roundels”, een rode stip met daaromheen een witte en een blauwe cirkel, het teken van de RAF.
Ik was vooral erg ingenomen met de gondels voor en achter waarin de mitrailleurschutters zaten. Die konden draaien en de lopen van de machinegeweren konden ook op en neer. Die zouden de lelijke moffen in hun Messerschmidts wel een lesje leren!
Ik bleef geïnteresseerd in de luchtvaartgeschiedenis en nam altijd gretig alle informatie die op mijn pad kwam in mij op. Ik hoop nog altijd een echte Lancaster van dichtbij te kunnen bewonderen.
Vandaag zag ik tijdens een fietstocht die mij langs de dijk voerde een blauw-witte paal staan met daarop een rood vliegtuigmodel.
Nieuwsgierig stapte ik af en las het bordje dat aan de paal bevestigd was.
Het gedenkteken herinnert ons eraan dat niet ver er vandaan in 1943 een Lancaster is neergestort, waarbij alle bemanningsleden het leven lieten.
Het wrak is lang na de oorlog geborgen en de stoffelijke resten van twee bemanningsleden zijn elders begraven.
Niet lang geleden heeft Provinciale Staten een voorstel aangenomen om een groot aantal palen die de plek markeren in de polder waar scheepswrakken in de grond zitten op te knappen. Deze palen worden gekroond door een rood scheepje. Tijdens het debat kwam naar voren dat de vliegtuig-palen en die van de scheepswrakken niet onder dezelfde instantie vielen. Het leek er aanvankelijk op dat men zich alleen bekommerde om de scheepswrakken.
Op aandringen van enkele statenleden zal ook aandacht besteed worden aan de vliegtuigen.
Ik heb wat research gedaan en ontdekte dat er veel meer scheepswrakken in de polder liggen dan overblijfselen van vliegtuigen.
Er liggen 15 vliegtuigen in de NOP, 19 in oostelijk Flevoland (Dronten, Biddinghuizen, Lelystad, Swifterband), 4 bij Zeewolde en 1 bij Almere.
Nadat ik het bordje met het verhaal van de neergestorte Lancaster had gelezen heb ik enige tijd uitgekeken over het water en gedacht aan de zeven jonge Britten die hun leven gegeven hebben voor de bevrijding van Nederland.
Achter me draaiden in de stralende zon majestueus de grote wieken van de windmolens.
