Samanera

In de Volkskrant komt af en toe een rubriek terug waarin Hans Aarsman een foto analyseert. Hem vallen altijd dingen op die een gewone kijker over het hoofd zag en hij gaat soms heel ver in het uitpluizen van wat we nu eigenlijk precies zien.

Ik vind het leuk om de foto van tevoren zelf goed te bestuderen en raad dan waarover Aarsman het zal gaan hebben. Meestal zit ik ernaast.

Al sinds jaar en dag hangt in onze wc de Novib kalender, met altijd weer schitterende kleurrijke foto’s, meestal met taferelen uit derdewereldlanden.

De kalender heeft altijd hetzelfde langwerpige formaat. Dit levert vaak bijzondere foto’s op want ze moeten zich lenen voor de ongebruikelijke uitsnede.

Gelukkig kan de nieuwe kalender elk jaar in januari weer opgehangen worden aan dezelfde spijkertjes.

De plaat van juli inspireerde mij om ook eens wat observaties los te laten. De foto is vanuit een apart perspectief genomen: recht van boven.
We zien tien jonge monniken, die zittend op de grond de maaltijd gebruiken. De tafel is erg laag, maar ze kunnen nog wel hun benen eronder kwijt.

De vloer bestaat uit aangestampt leem, met hierin grote stukken steen. De tafels zijn ooit rood geweest, de verf is er grotendeels af. Gek genoeg vertonen de slijtplekken aan beide tafels bijna hetzelfde patroon.

De jongens hebben allemaal een kaalgeschoren hoofd en dragen een rood gewaad dat de rechterschouder bloot laat.

Ze eten opvallend genoeg allemaal met hun rechterhand, het lijkt erop dat ze hun linker niet gebruiken.  Er is geen bestek.

Op elke tafel staan twaalf schalen, die waar rijst in heeft gezeten zijn al leeg, de andere nog niet. Het zijn waarschijnlijk allemaal groentegerechtjes, want ik denk dat men vegetarisch eet.

Dit werpt een belangrijke vraag op: eten ze de rijst en de bijgerechtjes na elkaar, in plaats van tegelijkertijd? Het lijkt me dat de rijst een stuk lekkerder is als je er wat groenten doorheen doet. Terwijl de schaaltjes nog helemaal vol zijn lijken vier jongens hun rijst al op te hebben. (Het lijkt wel of er twee zijn die iets roods op hun bord hebben, maar het gaat hier om een decoratie: de borden hebben een bloemmotief).

De schaaltjes en opscheplepels zijn aan beide tafels identiek, de eetborden niet. Er zijn zes glimmende metalen borden, de andere zijn geëmailleerd.

Op allebei de tafels staat een lege metalen kop, maar het is er maar één. Er wordt niet gedronken bij het eten.
Er ligt wel een halve banaan naast ieder bord, dat zal het toetje zijn.

Geen van de jongens heeft aandacht voor de kat, ik vraag me af of iemand hem nog een lekker stukje eten toespeelt.

Vanavond eten we ook rijst, met vork en lepel (onze Indische vriendin vertelde dat messen niet thuishoren aan de Indonesische dis). We gooien alles maar wel lekker door elkaar…

Achterop de kalenderplaat valt het volgende te lezen:

Elke morgen, na het ochtendgloren, verlaten de boeddhistische monniken in Myanmar het klooster met hun bedelnap. Vragen om eten mogen ze niet, maar dat is ook niet nodig. De plaatselijke bevolking geeft graag rijst, groente en fruit aan de monniken. Zo hopen zij een goed karma te krijgen. Het eten dat ze ontvangen, mogen ze tot twaalf uur ’s middags nuttigen. Daarna begint het vasten, tot het ontbijt de volgende dag.

Ook de allerjongsten doen mee aan dit vasten. En dat zijn er heel wat. Want als ze tussen de 5 en 15 jaar zijn, gaan de meeste jongens een paar weken het klooster in als samanera*.

Veel weeskinderen en kinderen uit arme gezinnen brengen hun hele jeugd door in een boeddhistisch klooster. Zo zijn ze verzekerd van eten, onderdak én onderwijs.

Foto: Man-Kui Wisely

 

 

 

*Samanera is een soort ordinatie voor jonge boeddhistische monniken, die hiermee beloven te zullen leven volgens de voorschriften.

Gepubliceerd op
Gecategoriseerd als Gezien

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.