We zijn er bijna

We hadden besloten de laatste vakantieweek ten volle te benutten. We maakten fietstochten, bezochten musea en ontmoetten vrienden en familie.

De laatste dag bracht ons Slot Zeist.

Waar we alles eerder per trein of fiets hadden gedaan, besloten we nu de auto te nemen.

Nu is voor mij een uitje niet echt een uitje als ik moet rijden, als het donker is, als het hard regent of als de weg glad is.

Het regende verschrikkelijk hard. Ik kon de wegmarkering niet goed meer onderscheiden en had het gevoel op de tast te rijden. We passeerden een lange stoet fietsers op leeftijd, die gekleed in poncho’s en regenpakken dapper het weer trotseerden.

 

Zoals gewoonlijk reed ik ook weer verkeerd. De combinatie van bewegwijzering, de bekakte stem van mijn navigatiehulp en de aanwijzingen van mijn echtgenote vormde een informatieve overload voor mijn arme brein. Daarbij komt nog dat ik volstrekt geen richtinggevoel heb.

We moeten nog even werken aan de bijdrage die mijn vrouw zou kunnen leveren. Zij moet nog een beetje groeien in haar navigatie-rol. We zijn er nog niet zeker van of het echt helpt dat ze op haar telefoon de hulp van google heeft ingeroepen. De informatie van dit apparaat komt bovenop die van de tomtom en zijn er soms mee in tegenspraak.

Ook stijl en inhoud van haar aanwijzingen zijn nog niet helemaal in overeenstemming met wat ik nodig heb: ik wil “Hier afslaan” horen en niet: “Hadden we hier niet in gemoeten?”

 

Gelukkig arriveerden we toch op tijd bij het slot (ons was van tevoren een tijdslot toegewezen waarbinnen we ons moeste aanmelden).

Zoals in elk museum in Nederland had ook hier de vrijwilligstersbrigade de touwtjes stevig in handen genomen. Deze bestaat altijd uit 60+ dames uit gegoede kringen die besloten hebben zich in dienst te stellen van de culturele sector. Dat zij niet altijd beschikken over de vereiste vaardigheden (“waar heb ik nu toch weer mijn bril gelaten?”) wordt goedgemaakt doordat ze met zo velen zijn. Met zijn allen bieden zij het hoofd aan de enorme aantallen bezoekers en de verschrikkelijke chaos die hun komst teweegbrengt. (Museumbezoekers zijn immers voor musea wat  hooligans voor het voetbal zijn).
Soms is wel enige wrijving zichtbaar als men zich teveel in elkaars vaarwater begeeft (“komt u maar even bij mij, mijn collega heeft het erg druk”) of als de onzichtbare hiërarchische codes worden genegeerd.

Vanaf het moment dat we de poort doorliepen werd ons vijf keer gevraagd of we voor de expositie kwamen of voor de rondleiding. “Mijn collega helpt u wel even verder”.

Er was lichte paniek toen bleek dat onze naam niet op de lijst voor de rondleiding stond. Mijn suggestie dat dit er wellicht mee te maken had dat we voor de expositie waren gekomen bracht licht in de duisternis. Op die lijst stonden we wel!

Opdat we niet zouden verdwalen begeleidde een van de dames ons naar de zalen waar de schilderijen waren opgehangen.

Daar bekeken we met aandacht de portretten die in het kader van de Nederlandse portretprijs 202 waren vervaardigd. Ze waren prachtig!

 

Dit vond ik de mooiste.

In de loop van de middag heb ik mijn hoofd enkele keren dicht bij dat van mijn vrouw gebracht en de vraag gesteld: “Komt u voor de tentoonstelling of voor de rondleiding?”

Toen we weer buiten kwamen was de stoet bejaarde fietsers net gearriveerd. Kletsnatte haren en verwarde blikken vanachter beslagen brillen.

Toen ik ze een beetje wilde bemoedigen en zei dat ze wel pech hadden gehad verhoogde dit de verwarring: “Hebt u ook meegefietst?”

Gezien het feit dat wij helemaal droog waren en mijn commentaar vanonder een grote paraplu was geleverd leek dit niet erg waarschijnlijk.

Kennelijk ging de vragensteller ervan uit dat medeleven alleen mogelijk is als je hetzelfde lot ondergaan hebt.

 

Op de terugweg verdwaalde ik maar één keer.

 

Gepubliceerd op
Gecategoriseerd als Gezien

3 reacties

  1. Hij is weer weergaloos die MM! Wat een zelfreflectie en een voorbereiding op de ouwe dag… Straks ook met regen cape of -pak elke expositie of rondleiding tegemoet!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.