Binnenkort zullen we weer boodschappen moeten doen op Terschelling. Ik ben benieuwd hoe ze daar het besmettingsrisico aanpakken.
We zijn eraan gewend dat de (meestal krappe) gangpaden in de winkels in beslag worden genomen door tieners die voor het eerst zelfstandig op pad zijn en uitvoerig met elkaar staan te overleggen of ze nu twee of drie blikken knakworst moeten kopen, en wie ervoor zal betalen. In hun karretjes staan natuurlijk al zes kratten bier, hierover hoeft niet gediscussieerd te worden.
Ze zullen zich na verloop van tijd met de volgeladen wagentjes, die notoir lastig in de hand zijn te houden op een onregelmatig wegdek, richting de Appelhof begeven, waar ze het lauwe bier vervolgens in rap tempo zullen opdrinken. Van de lege kratten worden bouwsels gemaakt, soms met meerdere verdiepingen.
Er is een gemeenteverordening die bepaalt dat de uitbater van de jongerencamping geen bier op zijn terrein mag verkopen. Als gevolg proberen nu continu jongelui die alvast van hun inkopen geproefd hebben de volgeladen karren op het fietspad vergeefs in het rechte spoor te houden. Fietsers zijn blij als ze dat stukje zonder kleerscheuren zijn gepasseerd.
Ik deed vandaag weer boodschappen voor de hele week bij de Vomar. Voor de winkel staat de buurman, die zich keurig aan het gebod houdt dat je niet met z’n tweeën de winkel in mag. Zijn echtgenote moet allerlei moeilijk besluiten nu in haar eentje nemen.
Ik trek een kar (mandje mag niet meer) uit de rij. De kettinkjes die in vroeger tijd moesten worden losgekoppeld hangen allemaal los, ik hoef er geen muntje meer in te stoppen.
Je zou denken dat de parkeerplaats nu vol staat met verlaten wagentjes, die niet meer zijn teruggebracht omdat er geen statiegeld voor is betaald, maar ik zie er niet één.
We zijn braver dan de bedenker van het systeem had gedacht.
Het winkelende publiek manoeuvreert op een enigszins vermoeide manier langs elkaar, een enkeling draagt een mondkapje of latex handschoenen.
Mijn supermarkt kondigt met grote letters aan dat je je boodschappen gratis krijgt als je de vierde wachtende in de rij voor de kassa bent. Er zijn wel wat uitzonderingen, die zorgen er kennelijk voor dat het nooit zo ver komt. Ik heb nog nooit gezien dat iemand van dit aanbod profiteerde.
Het is inderdaad zo dat er nooit lange rijen staan voor de kassa’s. Het valt me op dat de caissières altijd erg op hun hoede zijn dat de rijen niet te lang worden. Zodra er gevaar dreigt wordt een collega aangespoord een lege kassa te bemensen.
Dat is best bijzonder, omdat zorgvuldige oplettendheid niet tot de standaarduitrusting van de gemiddelde tiener behoort. Ik denk dat als het echt zo ver komt dat een klant gratis boodschappen mee mag nemen, het aankoopbedrag wordt ingehouden op het salaris van de medewerkers. Het kan natuurlijk ook zo zijn dat er een bonus in het vooruitzicht wordt gesteld als het niet gebeurt.
Sinds kort worden wij als klanten er ook van verwittigd als het kritieke moment in zicht komt. Er klinkt een ernstig vervormd akkoord, dat via elektronische weg tot stand werd gebracht en een afgrijselijk opgewekte vrouwenstem vertelt ons dat er een nieuwe kassa geopend wordt. Ze legt elke klemtoon op de verkeerde plaats. Zou er een lint worden doorgeknipt?
Als ik sta te wachten om te mogen betalen kan ik geen kant opkijken zonder geconfronteerd te worden met Coronawaarschuwingen. Zelfs het rode balkje dat door mijn voorganger pinnig achter haar laatste artikel wordt geplaatst, om te voorkomen dat zij straks opdraait voor de kosten van mijn liederlijk bestaan bevat een waarschuwing.
Het valt me op dat het meisje achter de kassa met een zekere loomheid de boodschappen langs de scanner haalt. Als ik later zelf aan de beurt ben geweest ontdek ik dat we precies hetzelfde tempo hebben aangehouden: ik had alles in mijn tassen gestopt toen ze aankondigde dat het tijd was om te betalen. Dat voelde heel goed, je bent immers meestal verplicht je inpakwerk te onderbreken om aan je financiële verplichtingen te voldoen (eerst nog vertellen dat je geen kooppunten wilt hebben en afziet van de zegeltjes). Je bent er dan helemaal uit als je je werk weer oppakt, je uitgekiende inpakschema is in de war geraakt en je krijgt niet alles meer in je tas.
Een andere medewerkster heeft de gewoonte de kassabon netjes op te vouwen en aan je te overhandigen samen met de zegeltjes. Ze zegt dan steevast: “En hier nog de administratie”. Je pakt het pakketje aan, terwijl je eigenlijk op geen van tweeën prijs stelde.
Binnenkort zal Vomar het drie weken zonder mijn klandizie moeten stellen. Ik ben dan bezig de economie van ons mooiste eiland te ondersteunen.
Elke verwarring heeft een tegenhanger: in alle “zelf schoon maken” niet-losse karretjes moet weer een muntje!
Veel rust en vrijheid op jullie eiland gewenst!
Patricia&Boy