De postzegels van meneer P.

Sommige klussen zijn zo leuk dat je het jammer vindt als ze zijn geklaard.
Zo moest ik eens de vloer van mijn vliering aanleggen. Mijn maatje gaf de op maat gezaagde planken aan en ik spijkerde ze vast op de dwarsbalken. Ik had een hele doos met spijkers en de hamer lag voortreffelijk in mijn hand.
Toen ik de laatste plank had vastgespijkerd zou ik het liefst de hele vloer eruit halen om opnieuw te beginnen.

Ik heb nu de ambitie mijn bescheiden postzegelverzameling aan te vullen tot ik de eerste 1000 compleet heb.
Ik struin internet af en koop voor enkele euro’s zakken vol postzegels, die ik dan gretig doorvlooi op zoek naar dat steeds zeldzamer wordende pareltje: een zegel die ik nog niet heb.
Deze klus is natuurlijk ook eindig: er komt een moment dat er geen enkele nieuwe meer bijzit en de doos waarin ik de dubbelen bewaar te klein wordt.

Ik zal op zoek moeten naar een andere strategie, maar het idee om de missende zegels gewoon te kopen stuit me tegen de borst.  De lol van het ontdekken is er dan af.

Ik liet me dus nog eenmaal verleiden door een mooi aanbod op Marktplaats. Het ging om een schoenendoos vol Nederlandse zegels. De verkoper vroeg oorspronkelijk €50,- maar was ook tevreden toen ik vertelde dat ik er de helft van dat bedrag voor over had.
Om de een of andere reden had ik me voorgesteld dat ik van doen had met een oude heer, misschien omdat hij aangaf de spullen niet te willen opsturen en dat ik ze moest komen halen. Hij gaf een adres op een van de grachten van Amsterdam op en we spraken af dat ik mijn aankoop de daaropvolgende zondag  zou komen ophalen.

Op het aangegeven adres bleek een hotel te zijn gevestigd, we gingen naar binnen en moesten een lange gang door waarvan muren en vloer bedekt waren met marmer.

We werden heel vriendelijk ontvangen en moesten even wachten in de huiskamer, waar we aan de praat raakten met een van de eigenaars van het hotel, de echtgenote van de verkoper.

Die bleek geen oude heer, maar was de beheerder van het hotel die bezig was de nalatenschap van zijn schoonvader op te ruimen en daarbij op de postzegels gestuit was.

Toen ik de schoenendoos opende zonk de moed me in de schoenen. Niet alleen was hier sprake van onafgeweekte postzegels (bij verzamelaars is dit de minste categorie, niet voor niets kilowaar genoemd die voor heel weinig geld van de hand gaat), ze kwamen bovendien bijna allemaal uit het buitenland.
De verkoper had zich niet druk gemaakt over mijn voorbehoud dat ik uitsluitend was geïnteresseerd in afgeweekte Nederlandse guldenzegels.

Bij thuiskomst bleek er niet één voor mij bruikbare zegel in de schoenendoos te zitten. Wat alles echter goedmaakte en ervoor zorgde dat mijn tocht naar Amsterdam niet voor niets geweest was waren de andere spullen die kennelijk bij de koop waren inbegrepen. De verkoper had de verzameling van zijn schoonvader bij elkaar gezet en wilde graag dat ik alles meenam.

Dat wilde ik maar al te graag en toen ik thuis alles rustig bestudeerde kwam een prachtig stukje geschiedenis op postzegelformaat boven water.

Aan de hand van de nagelaten verzameling kon ik een gedeelte van het leven van meneer P. reconstrueren.

 

Meneer P. werd omstreeks 1938 geboren en woonde aanvankelijk aan de Willem de Zwijgerlaan. Is het zijn vader geweest die destijds een enveloppe stuurde die meeging met de eerste trans-atlantische vlucht in 1946?

Misschien is hierdoor wel zijn belangstelling voor vliegen gewekt, want we weten dat hij in 1965 purser was bij de KLM en woonde op de Rijpgracht. In deze functie heeft hij waarschijnlijk overal kennissen opgedaan, een ervan stuurde hem vanuit Paramaribo regelmatig bijzondere Surinaamse zegels. Waarschijnlijk stuurde hij Nederlandse terug.

Het zou heel goed kunnen dat hij een oom had die in Haarlem woonde en daar lid was van een postzegelclub. Meneer P. was in het bezit van twee schriftjes waarin postzegels waren geplakt die destijds (begin jaren 60) rondgingen bij de leden van de club, die “Op hoop van zegels” heette.

Waren de twee stockboekjes waarin je de postzegels bewaart die je dubbel hebt en die je meeneemt naar andere hobbyisten ook van zijn oom?

Misschien heeft deze oom hem wel ingewijd in de geheimen van de filatelie. We weten dat P.  speciale zegels heeft laten komen of aangeschaft: van het Vaticaan (1963), de keizerlijke familie van Japan (1959) en de eerste man op de maan (1969).

We treffen honderden buitenlandse zegels aan, uit alle mogelijke landen, maar vooral veel uit Amerika, gestempeld en ongestempeld. Het zou heel goed kunnen dat hij hier vaak op vloog.

Intussen verzamelde hij vele jaargangen Nederlandse kinderpostzegels.

Het lijkt erop dat meneer P. rond 1970 manager werd van een hotel aan de Amsterdamse Leidsegracht. Zou het kunnen dat hij getrouwd is met de eigenaresse? Feit is dat zijn dochter en schoonzoon daar nu nog wonen, zij bestieren het hotel nu.

In zijn functie van hotelmanager ontving P. natuurlijk honderden brieven uit alle mogelijke delen van de wereld. We zien enveloppen of delen ervan uit de periode 1967-1980. Je realiseert je dat in die jaren de brief het voornaamste communicatiemiddel was. Als je een hotel wilde reserveren ging dit per post. E-mail was er nog niet en ik vermoed dat telefoneren nog erg duur was.

Heel veel enveloppen zijn overdadig voorzien van postzegels en stempels. Het zou best eens kunnen dat hotelgasten op de hoogte waren van P.’s hobby en hem op deze manier van nieuw materiaal voorzagen.

Meneer P. schafte in 1977 een catalogus aan van Nederlandse postzegels en begon een verzameling. Af en toe bezocht hij postzegelhandel van Berkel’s, aan de Spuistraat.
Het resultaat is niet indrukwekkend. De jongste zegel is uit 1982, het ziet ernaar uit dat hij snel daarna gestopt is.

Hier worden we geconfronteerd met een raadsel: heeft meneer P. al die jaren tamelijk lukraak postzegels verzameld en is hij er amper aan toe gekomen er enige ordening in aan te brengen? Heeft hij wellicht grote plannen gehad, maar te weinig tijd om ze uit te voeren?
Feit is dat zijn verzamelwoede geresulteerd heeft in een collectie van duizenden zegels, waarvan er vele nog niet afgeweekt zijn en die allemaal door elkaar zitten.
Of hebben we nu slechts de beschikking over het ongesorteerde “randgebeuren” en bevindt zijn echte, goedgeordende verzameling zich elders?

En ten slotte: waarom zien we niets van na 1985? Had hij geen zin meer? Of zag hij door de bomen het bos niet meer? Had hij misschien problemen met zijn gezondheid? We zullen er nooit achter komen.

 

We weten dat meneer P. niet lang geleden overleden is, zijn erfgenamen houden zich nu bezig met het opruimen van zijn nalatenschap.
Het hotel, een prachtig 17e eeuws pand, bestaat nog steeds, er zijn vier prachtige kamers die  tot oktober 2019 al volgeboekt zijn.

Ervoor staat het beroemde bankje uit de film The Fault In Our Stars. Er hangt een dozijn liefdesslotjes aan…

 

 

 

 

 

 

 

 

3 reacties

  1. Ik kan me voorstellen dat je als verzamelaar de postzegels liever afgeweekte postzegels ontvangt, maar jemig… die enveloppen zijn ook schitterend.

    Als ik toevallig postzegels vind, wil ik ze hebben voor snail mail. Ik gebruik ze ter decoratie voor mijn enveloppen, brieven en dagboeken.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.