Kwijt

In de voortreffelijke serie Ondersteboven (de laatste van zes afleveringen is net geweest) werd een mooi beeld geschetst van de veranderingen die hebben plaatsgevonden in onze samenleving in de laatste 50-60 jaar.

Je realiseert je dat het echt wel tijd was dat er aantal dingen veranderden. Er mocht wel een onsje af van de absolute autoriteit van regenten, politie, professoren en fabrieksdirecteuren.

Indringend vond ik het verhaal over de burgemeester van Amsterdam, de verzetsheld van Hall. Hij kon volstrekt niet omgaan met de aanvallen op zijn gezag en werd in 1967 ontslagen.

Toch overheerst bij mij het gevoel dat we meer zijn kwijtgeraakt dan we hebben gewonnen. Er is inspraak gekomen, mensen leerden assertief te zijn en kinderen zijn niet meer bang voor oom agent. De zuilen zijn weg, maar daarmee ook bijna het hele verenigingsleven en een enorme portie gemeenschapszin.

Individualisme, materialisme en economisme vieren de boventoon.

Mijn schoonvader is geboren in 1916

We vierden gisteren zijn 100e verjaardag. We zongen zijn lievelingsnummer voor hem: “Het Dorp” van Wim Sonneveld.

Thuis heb ik nog een ansichtkaart
waarop een kerk een kar met paard
een slagerij J. van der Ven.
Een kroeg, een juffrouw op de fiets
het zegt u hoogstwaarschijnlijk niets,
maar ’t is waar ik geboren ben.
Dit dorp, ik weet nog hoe het was,
de boerenkind’ren in de klas,
een kar die ratelt op de keien,
het raadhuis met een pomp ervoor,
een zandweg tussen koren door,
het vee, de boerderijen.

Refrein:

En langs het tuinpad van m’n vader
zag ik de hoge bomen staan.
Ik was een kind en wist niet beter,
dan dat nooit voorbij zou gaan.

Wat leefden ze eenvoudig toen
in simp’le huizen tussen groen
met boerenbloemen en een heg.
Maar blijkbaar leefden ze verkeerd,
het dorp is gemoderniseerd
en nu zijn ze op de goeie weg.
Want ziet, hoe rijk het leven is,
ze zien de televisiequiz
en wonen in betonnen dozen,
met flink veel glas, dan kun je zien
hoe of het bankstel staat bij Mien
en d’r dressoir met plastic rozen.

Refrein:

En langs het tuinpad van m’n vader
zag ik de hoge bomen staan.
Ik was een kind en wist niet beter,
dan dat nooit voorbij zou gaan.

De dorpsjeugd klit wat bij elkaar
in minirok en beatle-haar
en joelt wat mee met beat-muziek.
Ik weet wel, het is hun goeie recht,
de nieuwe tijd, net wat u zegt,
maar het maakt me wat melancholiek.
Ik heb hun vaders nog gekend
ze kochten zoethout voor een cent
ik zag hun moeders touwtjespringen.
Dat dorp van toen, het is voorbij,
dit is al wat er bleef voor mij:
een ansicht en herinneringen.

Toen ik langs het tuinpad van m’n vader
de hoge bomen nog zag staan.
Ik was een kind, hoe kon ik weten
dat dat voorgoed voorbij zou gaan.

 

Wim Sonneveld zong dit chanson in 1967…. Kennelijk voelde men zich toen al van heel veel dingen vervreemd, voor mijn schoonvader moet het anno 2016 nog verwarrender zijn.

DSC_0024

Ik ben geboren in 1955

Zullen we eens een aantal begrippen langslopen waarvan ik vind dat ze ooit een belangrijke rol speelden in de manier waarop mensen met elkaar omgingen? Maak er een chanson over en zing het als ik oud ben.

Fatsoen
Wie kent dit woord nog? Annie M.G. Schmidt sprak er al badinerend over, grote kans dat het in een liedje is waarin ze het ook had over een mejuffrouw (een ander verloren begrip). “Gebruik je fatsoen” zullen we nooit meer horen, maar we weten wel wat een fatsoensrakker is.
We hebben het nooit meer over fatsoen maar weten wel heel goed dat er vaak een ontstellend gebrek aan is.

Eer
Hoeveel mensen hebben op grond van hun eergevoel dappere daden verricht? Voelden zich verplicht eervol te handelen hoewel het hun de kop zou kosten?

Beschaafd/beschaving
Wordt alleen nog gebruikt met aanhalingstekens: de “beschaafde wereld” die zijn wil oplegde aan de onderworpen koloniën.
Niemand zal zichzelf beschaafd noemen, of een ander onbeschaafd. En toch weten we heel goed wat het inhoudt en hunkeren vaak naar een beetje meer beschaving.

Wellevendheid
Wordt waarschijnlijk vaak verward met de wens een heerlijk leven te leiden, om vooral veel te genieten. Niemand is nog wellevend, we zien er het nut niet meer van in.

Opofferingsgezindheid
Je hebt een gaatje in je hoofd als je niet voornamelijk opkomt voor jezelf. Af en toe deelnemen aan een stille tocht (niet zo stil als het erom gaat een pedo aan het kruis te nagelen) en een waxinekaarsje aansteken, dat is de limit.

Beleefdheid
Het is belangrijker je kind te leren terug te slaan als hij geslagen wordt dan hem elementaire vormen van beleefdheid bij te brengen. Daar koop je immers niks voor?

Hoffelijkheid
Als je 80 bent en een vlinderdasje omhebt mag je de deur openhouden voor een dame, of haar voor laten gaan. Je bent dan een grappige reliek uit voorbije tijden.
Anno nu levert hoffelijk gedrag wantrouwen op (wat moet die vent?) en valt hetzelfde lot ten deel als beleefdheid.

Bescheidenheid
Er is voor bescheiden mensen geen plaats meer. Het zijn losers die niet weten dat je vooral veel lawaai moet maken, anders loopt iedereen over je heen.

Negatief

Als je deze woorden opgesomd ziet realiseer je je dat ze niet alleen in onbruik zijn geraakt en hun oorspronkelijk waarde verloren hebben, maar dat ze veelal juist een negatieve lading hebben gekregen.

Vraag een willekeurige Nederlander deze woorden voor te lezen en hij zal ze waarschijnlijk vergezeld doen gaan van kotsgeluiden. Je vindt het jammer dat deze begrippen geen rol meer spelen? Op welke planeet leef je? En in welke eeuw?

Prachtig beeld

Het leven van een cultuurpessimist gaat niet over rozen. Gelukkig kom je af en toe een beeld tegen dat feilloos je gevoelens weergeeft. De tekening is van Joep Betrams.

Grote bek

De grote bekken zijn aan de macht. Als je de tekening goed bekijkt zie je een klein blond kuifje.

 

 

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.