Wie zich op de boot naar Terschelling bevindt ontdekt dat het schip bepaald geen rechte koers richting Brandaris vaart. Het schip vaart met een grote omweg eerst een eind westelijk, om dan (als lijkt dat we het eiland geheel zullen missen) ineens tot bezinning te komen en koers te zetten in de richting van de haven.
De route wordt gemarkeerd door gekleurde boeien. De kapitein bepaalt zijn koers aan de hand van deze betonning en zorgt er op deze manier voor dat het schip niet aan de grond loopt. Dit is prettig, passagiers worden op deze manier niet gedwongen het wadlopen te gaan beoefenen.
Als ik het goed begrepen heb wordt de rechterkant van het vaarwater gemarkeerd door groene boeien, de linkerkant door rode. Ik weet niet welke boodschap gele boeien uitdragen.
In de haven van West bevindt zich een opslagplaats voor boeien. Deze zijn altijd in felle kleuren geschilderd, ze moeten natuurlijk goed zichtbaar zijn. Vooral als de zon schijnt bieden deze grote objecten een prachtig schouwspel.
Greet werd er door geïnspireerd en maakte er een aquarel van.
Binnenkort zitten we weer op het terrasje van Loods. We kijken dan voorbij de opgedoken voorwerpen die daar zijn uitgestald door de plaatselijke duikvereniging naar de rijen gekleurde boeien die liggen te wachten tot Rijkswaterstaat ze nodig heeft.
Prachtige aquarel!