De auto

In de serie vervoer is het nu tijd voor de auto.

Als GroenLinks politicus moet ik het goede voorbeeld geven, en dus zo min mogelijk gebruik maken van dit vervoermiddel.

Ik vind dat ik het aardig doe: binnenkort is het een jaar geleden dat ik van auto wisselde en ik heb er ongeveer 2000 km mee gereden.

Ik heb mijn rijbewijs gehaald toen ik 18 was, in één keer. De vuistregel toen was, dat je evenveel lessen moet nemen als je jaren telt. Dat deed ik, ze kostten fl 12,50 per uur.

Ik had dus voor 225 gulden (+ examenkosten)* mijn felbegeerde roze papiertje, dat je toen nog in de hoofdstad van de provincie moest ophalen. In Haarlem dus.

Overigens had mijn vader voor mij betaald. Dat had ik van hem verlangd na het ophalen van de herinnering dat hij altijd tegen mij placht te zeggen dat ik “van de knopjes en kraantjes” in zijn auto moest afblijven. Als ik hieraan gehoorzaamde zou ik te zijner tijd op zijn kosten mijn rijbewijs mogen halen. Ik kan me niet herinneren dat hij met mijn zussen een vergelijkbare afspraak had gemaakt. Waren zij destijds minder geneigd risico op te leveren?
Of ging mijn vader er van uit dat ik als toekomstige man vanzelfsprekend autofiel was en een lokkend perspectief in het uitzicht moest worden gesteld om mijn masculiene drang tot experimenteren en mij bezig te houden met “things mechanic” te beteugelen?

Deze weinig geëmancipeerde opstelling is er misschien wel de reden van geweest dat mijn ene zus nooit haar rijbewijs heeft gehaald en de andere het op de Filippijnen cadeau heeft gekregen (maar er nooit gebruik van heeft durven maken).

Ik had dus wel een rijbewijs, maar geen auto. Gezegd moet worden dat mijn vader nooit kinderachtig was en dat ik vaak de zijne mocht lenen. Ik mocht ook af en toe rijden in de Citroën Dyane van mijn vriend Paul, die een rijke vader had. De Dyane was iets luxueuzer dan de gewone lelijke eend, al gauw werd hij vervangen door een nieuwe (!) oranje Renault 4.

Een tijdlang mocht ik de auto lenen die mijn (eveneens rijbewijsloze) zwager van een vriend gekregen had die naar het buitenland vertrokken was. Het ging hier om een Daf. Dit damesautootje met variabele transmissie (een geniale uitvingen van de gebroeders van Doorne – van de van Doorne Automiel Fabriek) was bij de stoplichten altijd als eerste weg. Who needs a Porsche?

 

Later kocht ik een Simca 1000 bij mijn Friese oom, die in auto’s handelde en het motto hanteerde dat de garantie afliep wanneer de nieuwe eigenaar zijn terrein afreed.

Deze auto moest bij steile hellingen wat hulp krijgen (want maar 1000 cc cilinderinhoud) en begaf het tijdens de terugreis van onze vakantie in Frankrijk. Omdat ik een dure reparatie in het buitenland wilde vermijden wist ik de auto zonder werkende koppeling naar huis te rijden. Dit hield in dat ik mijn snelheid moest verminderen bij het zien van een rood verkeerslicht, in de hoop dat het groen zou worden tegen de tijd dat ik de stopstreep was genaderd.

 

In afwachting van het moment dat ik in militaire dienst zou moeten werkte ik via een uitzendbureau en verdiende daar zoveel geld dat ik van een collega een mooie blauwe Renault 4 kon kopen. Zoals bekend ligt de versnellingsbak van deze auto vooraan onder de motorkap, je moet schakelen met behulp van een haak met ronde knop die uit het dashboard steekt. Katrien Duck (de platonische vriendin van Donald) was de overtuiging toegedaan dat deze haak bedoeld was om er je handtas aan te hangen.

Op weg naar Duitsland (waar ik gelegerd was) gaven twee van de vier cilinders het op, zodat ik met een snelheid van niet meer dan 40 km (op de Duitse snelweg, waar grote Mercedessen en Audi’s 150 km rijden) de kazerne moest zien te bereiken.

Omdat ik (alweer) geen geld had voor een dure reparatie liet ik de auto staan op de parkeerplaats in Seedorf. Vele maanden later kreeg ik bericht van de Koninklijke Marechaussee dat mijn auto “middels versnippering aan het verkeer onttrokken was”. Ik vond het best, want ik had eigenlijk geen auto nodig. Ik woonde in Amsterdam en deed alles per fiets.

 

Zo ben ik heel lang autoloos door het leven gegaan, waar ik geen enkel probleem mee had. Dat gold niet voor mijn kinderen, die vriendjes hoorden opscheppen over uitstapjes naar de Efteling en Walibi, waar hun vader (die wel een auto bezat) op trakteerde.

Als wij eropuit gingen was dat met de trein, een vervoermiddel waar ik veel meer van genoot dan mijn kinderen.

 

Geheel onverwacht werd mij een andere auto in de schoot geworpen: mijn schoonvader vond dat hij te oud werd om nog auto te rijden en schonk mij zijn auto, een Renault Clio.

Het was best leuk (en gemakkelijk) om weer een auto tot mijn beschikking te hebben en aangezien ik regelmatig moest vergaderen in Almere Buiten kwam het me ook wel goed uit.

 

Toen mijn jongens bij iedere bult in de weg met hun hoofd tegen het dak stootten werd het tijd voor een andere, grotere auto.

Ik dacht zelf aan een Rover, of een Volvo, maar dit stuitte op een veto van mijn vriend Benno, die heel veel verstand van auto’s heeft. Het moest een Japanner worden, die hebben nooit wat.

Het werd een Mazda stationwagen waar ik met veel plezier 12 jaar in gereden heb.

En nu heb ik een Toyota Verso, een automaat die heerlijk rijdt. Mijn ene zoon heeft er al in gereden, mijn andere moet even wachten tot hij zijn rijbewijs heeft.

 

Ik hoop dat mijn zoons het voorbeeld van hun vader zullen volgen en nooit achter het stuur kruipen als ze gedronken hebben.

Misschien blijven ze dan net als hij gevrijwaard van ongelukken.

Ten slotte: het wekt nog wel eens verbazing als ik zeg dat ik niet van autorijden houd en een rit naar Harlingen al een hele reis vind.
Ik denk dat de omstandigheid dat ik een levendig voorstellingsvermogen heb en een abominabel richtingsgevoel hier wel iets mee te maken hebben.

 

Ik schreef eerder over dit onderwerp, zie de volgende blogs:

http://martinhoudthetbij.nl/32-transgender-liberalen/

http://martinhoudthetbij.nl/tabe-mazda/

http://martinhoudthetbij.nl/mazda/

In deze serie komen nog aan bod: de bromfiets, het vliegtuig en de boot. Het kan zijn dat dat deze afleveringen wat langer op zich zullen laten wachten.

* Voor de jonkies: dat is ruim 100 euro.

3 reacties

  1. Heerlijk verhaal! Ik had Lelijke eenden, daarna Fiat Panda’s, vervolgens een Opel Corsa en nu al vele jaren Honda Civic.
    De volgende wordt denk ik elektrisch.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.