Eric van ’t Zelfde
Het succesverhaal van een bevlogen schooldirecteur
Prometheus-Bert Bakker Amsterdam 2015
Ik had al het een en ander over van ’t Zelfde gezien en gehoord. Ik wist dat hij een geweldig succes bereikt had met zijn school, terwijl die toch een heel moeilijk publiek had en in een achterstandswijk van Rotterdam stond.
Ik was erg benieuwd hoe hij dit voor elkaar gekregen had, ik wist dat hij in de clinch had gelegen met de rechter omdat hij gewelddadige jongens van school had gestuurd en geweigerd had hen terug te nemen. Ik had ook gehoord dat de docenten van zijn school heel veel extra tijd en inspanning besteedden aan de leerlingen.
Het boekje geeft een goed inzicht in de wederwaardigheden van een schooldirecteur op een school als de Hugo de Groot. Het is hier en daar ook erg persoonlijk.
Het is geen evenwichtig boek.
Is van ’t Zelfde een intellectueel? (Hij studeerde Engelse Taal en Letterkunde). Hij gedraagt zich er lang niet altijd naar. Hij citeert veelvuldig uit Engelse literatuur, maar is ook onbesuisd en vertoont af een toe straatmentaliteit.
Is hij een geweldige leidinggevende die werkelijk alles over heeft voor zijn team? Of is hij een harde saneerder (56 docenten moesten vertrekken)?
Op enkele plaatsen geeft hij heel veel details, elders ontbreekt basale informatie.
Hij klaagt erover dat hij veel te weinig geld tot zijn beschikking heeft, maar hier en daar lees je dat de gemeente Rotterdam extra middelen ter beschikking heeft gesteld. Ook zijn er sponsors die forse sommen geld doneren.
Ik had graag meer gelezen over de cultuur binnen de school: hoe krijgt hij het voor elkaar dat de leerlingen zich aan de regels houden? Op welke manier bereikt hij zijn fantastische resultaten (een slagingspercentage van100!)?
Leiding geven
Van ’t Zelfde ziet zijn rol tegenover zijn personeel als die van hitteschild: hij zorgt dat de leraren zich kunnen concentreren op hun kerntaak. Hij gaat voor zijn leerlingen en zijn docenten door het vuur.
Dit spreekt me erg aan. Ik houd van facilitair leiderschap: zorg dat de professionals hun werk kunnen doen. En een goede docent/directeur heeft natuurlijk altijd primair het belang van zijn leerlingen voor ogen.
De leerlingen van zijn school kunnen wel wat belangenbehartiging gebruiken.
Van ’t Zelfde is geen begenadigd stylist, de redacteur van Prometheus had kritischer moeten zijn.
Je onthoudt het laatste deel van het boek, waarin de schrijver een heel duidelijk beeld schetst van hoe hard er gewerkt wordt door leraren en hoeveel tegenwerking je ondervindt.
Het resultaat is dat veel teamleden ziek worden, hij krijgt zelf ook hartklachten. Hij wil opgeven maar kiest er aan het eind gelukkig voor om door te gaan.
Een positief eindoordeel over dit boek dus. Nederland zou wat meer van dit soort directeuren moeten hebben en wat minder jaknikkers en meelopers.