Barre tijden geven vaak aanleiding tot nostalgisch escapisme.
Uitgevers spelen hier slim op in, er zijn nogal wat (foto)boeken te koop waarin teruggegrepen wordt op een idyllisch verleden. Toen alles nog gezellig was en de mensen nog aardig met elkaar omgingen.
We weten inmiddels allemaal dat we hier met een mythe te maken hebben. De bejubelde jaren vijftig (touwtje uit de brievenbus) waren benauwend en onze Gouden Eeuw glom voor grote groepen mensen helemaal niet.
Toch is het een genoegen om weer even meegevoerd te worden met herinneringen, die vaak zoet zijn en weemoedig stemmen. Zo vind ik het heerlijk om zwart-wit fragmenten te zien van het Polygoon Journaal met de unieke stem van Philip Bloemendaal.
Ik bezocht een tijd geleden met een vriend een tentoonstelling in Den Bosch, waar talloze voorwerpen waren bijeengebracht uit de tijd waarin we kinderen waren. Een feest van herkenning. (De plastic beker met stippen!).
In Amsterdam is een flat helemaal ingericht zoals dat in 1960 gebruikelijk was. Je ziet een Bruynzeelkeuken, een metalen melkflessenrek, een flessenlikker en een Douwe Egberts koffiemolen. In de boekenkast staat het boek over de watersnoodramp dat mijn ouders ook hadden.
Ik heb me al enkele keren laten verleiden een boek aan te schaffen, die van Annegreet van Bergen zijn leuk.
Ik kocht ook een boek van Wim Daniëls, “De lagere school”, waarin veel herkenbaars is te vinden, hoewel hij als kind een RK lagere school bezocht en ik een Prot. Chr.
Wim Daniëls is wel eens op televisie te zien en voorziet een programma over amateurfilmpjes van particulieren van commentaar. Ik vind zijn stem daarvoor ongeschikt. Soms luister ik met veel genoegen naar Nederlands met een accent, maar het zijne doet pijn aan de oren.
De omslag van zijn nieuwste boek, dat hij samen schreef met Suzanne Voets trok me bijzonder aan. Je ziet een NS-trein uit de jaren ’50, (de prachtige groene hondekop) met daarboven de titel in snelle jaren vijftigletters.
Het cover bracht herinneringen naar boven aan een favoriete serie jongensboeken: de avonturen van inspecteur Arglistig.
Ik houd erg van treinen en verheugde me op de mooie verhalen.
Dat viel een beetje tegen. “De geschiedenis van het reizen met de trein” is een veel te pretentieuze titel voor dit bundeltje Mavo-opstellen.
Ik stel me voor dat de schrijvers een middagje hebben zitten brainstormen met elkaar, een aantal steekwoorden hebben genoteerd waarna de taken werden verdeeld.
De stukken hebben geen diepgang en zijn nogal saai. Hier en daar wordt wel iets interessants aangestipt, maar daar blijft het dan ook bij.
De onderwerpkeuze is ouderwets (altijd wordt die stomme stoomtrein “de Arend” weer ten tonele gevoerd) en gemakzuchtig.
Na lezing van het boek blijf je zitten met een onbevredigd gevoel. Alsof je een Haute Cuisine-maaltijd voorgeschoteld hebt gekregen maar na afloop toch nog even langs de Febo moet gaan.
Wim Daniëls en Suzanne Voets Het eerstvolgende station is …. 5.
Waar is nou toch die leuke Annegreet van Bergen gebleven in jouw epistel? Ik kijk uit naar de lente, heb al weer sneeuwklokjes gezien! Kop op