Het juiste woord

Mijn vader kwam uit Friesland. Hij heeft ons niet Fries leren spreken, maar gebruikte af en toe wel een Friese uitdrukking, meestal hadden we geen moeite die te begrijpen.
Als je nalatig was geweest, of nonchalant, had hij daarvoor een Fries woord: sleau.

Iemand vertelt dat hij beloofd had langs te gaan bij zijn oude moeder, maar dit vergeten is. Het oude mensje heeft uren voor niets zitten wachten. Een typisch geval van sleau.

We gebruikten dit woord weleens nietsvermoedend in onze communicatie met Hollanders. We konden dan rekenen op niet-begrijpende blikken. “Wat zei je nou?”

Ook de zegswijze “Hij zag het zwerk al drijven”, (wat zoveel betekent als: hij zag aankomen dat een mislukking op handen was) behoort van huis uit tot mijn actieve woordenschat.
Omdat ik niet opgeruimd van aard ben en erop beducht ben dat zaken een teleurstellende wending kunnen nemen komt deze uitdrukking mij nogal eens van pas. Maar de mensen begrijpen niet wat ik ermee bedoel.

We leerden al snel dat we sommige woorden en uitdrukkingen thuis wel konden gebruiken, maar niet elders.

Koro

Enige tijd geleden ontdekte ik een boek dat volstaat met woorden die in de ene taal wel bestaan, maar in de andere niet. *

Ik haal bij de meeste van deze woorden mijn schouders op. Eskimo’s hebben acht woorden waarmee ze verschillende soorten ijs kunnen aanduiden. We kunnen in Nederland makkelijk toe met één.

Maar hier en daar kwam ik een juweeltje tegen, een woord dat eigenlijk in het Nederlands zou moeten worden opgenomen omdat het haarfijn een begrip omschrijft, in onze taal kan dat alleen met gebruikmaking van veel meer woorden.

Een paar voorbeelden:

Talanoa (Hindi): kletspraat als een maatschappelijk hechtmiddel. (Moet je vooral beheersen als je je gedwongen te midden van veel onbekenden bevindt, zoals in de rij voor de kassa of op een verjaardag). Ben ik niet goed in.

Njepi (Balinees): nationale feestdag waarop iedereen zijn mond houdt. O wat mooi, meteen invoeren. Op die dag mag Wilders naar Almere komen.

Shibui (Japans): de schoonheid van het verouderen. Dit moeten mijn zoons inzien als ik weer eens in gevecht ben met mijn I-phone.

Bricoleur (Frans): iemand die dingen aanpakt door maar wat aan te rommelen, zonder duidelijk plan. Hier zie ik heel veel voorbeelden van in mijn omgeving, ik noem natuurlijk geen namen.

Schlimmbesserung (Duits): een zogenaamde verbetering die alles alleen maar erger maakt. Vaak het gevolg van het optreden van een Bricoleur.

Uffda (Zweeds): een klanknabootsend woord dat gebruikt kan worden als meelevende uitroep wanneer iemand anders pijn heeft. Erg handig als je er getuige van bent dat iemand zichzelf met een hamer op de duim slaat. Er is wel het risico dat het slachtoffer denkt dat je hem in de maling neemt en dan vervolgens jou met de hamer te lijf gaat.

Razblinko (Russisch): het gevoel dat een persoon voor zijn vroegere geliefde koestert. Het is geen liefde meer (hopelijk), er zit een element in van zoete nostalgie en ook pijn. Veelzeggend dat dit mooie woord wel in het Russisch en niet in het Nederlands bestaat.

Mijn eerste vriendin heette Els en ik kwam er al snel achter dat we niet echt goed bij elkaar pasten. Maar mijn hart was gebroken toen we uit elkaar gingen. Ik luisterde keer op keer naar “If You Leave me Now” van Chicago. Dit nummer vertolkte precies mijn gevoelens.
Als ik het nu hoor heb ik meteen Razblinko.

We moeten ons op het gebied van de liefde dus nogal behelpen met de Nederlandse taal. De oude Grieken hadden het makkelijker, zij onderscheidden zes verschillende soorten liefde:

Agape: liefdadigheid, compassie, naastenliefde.

Ludus: liefde als een spel. De Engelsen zouden zeggen: fooling around.

Oragma: diepe genegenheid, de liefde van een goede, trouwe vriend.

Stoye: de liefde binnen de familie; kameraadschappelijke liefde.

Mania: de liefde zo krachtig dat deze omslaat in een obsessie.

Eros: die liefde die ons treft als een een bliksem; lust, passie, seks.

Tot slot: van de liefde naar de oorlog.

Woorden kunnen ook twee betekenissen hebben en het is van groot belang dat we de juiste kiezen:

Op 26 juli 1945 stelden Churchill, Truman en Stalin aan Japan een ultimatum: Japan moest zich overgeven, want anders… De regering van Japan was geneigd toe te geven, maar moest de vasthoudendheid van generaals en het opgefokte nationalisme van burgers weten te trotseren. Ze verklaarde dat ze het vredesvoorstel in overweging nam. In de verklaring kwam het woord mokusatsu voor. Behalve “wij nemen het in overweging”, kan het ook betekenen “wij negeren het”. De Japanse vertaler koos voor de tweede betekenis.

Toen men de fout ontdekte, was de verklaring al de wereld in en Japanse trots verhinderde het de verklaring te herroepen. De vertaling waarin van negeren van het vredesvoorstel werd gesproken, verscheen in de Amerikaanse pers en twintig dagen later doodden twee atoombommen 150.000 Japanse burgers.

 

*Koro (Chinees; zlfst. nw.) De hysterische overtuiging dat je penis steeds kleiner wordt. Door Howard Rheingold. 1988, Kosmos Utrecht.

2 reacties

  1. Mijn moeder was van Friese afkomst en gebruikte regelmatig de uitdrukking: hij/zij/ik zag/zie het zwerk al dreigen. Wij, als kinderen begrepen wat zij bedoelde. Toen ik de uitdrukking eens gebruikte, in Noord Holland werd ik niet begrepen!

    1. Ik denk dat dat vooral aan de onbekendheid (ouderdom) van het woord ‘zwerk’ ligt. Veel mensen kennen het woord ‘zwerk’ – en de daaraan verbonden uitdrukkingen – gewoon niet.

      Het actieve en passieve woordenschat van de gemiddelde Nederlander is gewoon tanende.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *