Het valt niet mee om progressief te zijn

Het valt niet mee om links te zijn.

In deze gepolariseerde tijden is het van groot belang met elkaar in gesprek te gaan, en dat probeer ik dan ook regelmatig.

Zo liep ik na de laatste Statenvergadering naar een aantal collega’s van de VVD om bij hen te informeren hoe zij de installatie van de nieuwe gedeputeerde hadden ervaren. Het gaat hier om een PVV-er die  in de plaats komt van  Chris Jansen. Jansen is staatssecretaris geworden in het nieuwe kabinet.

Zoals gebruikelijk binnen de PVV had de nieuweling vragen over uitspraken in het verleden gepareerd met het argument dat die gedaan zouden zijn in een andere hoedanigheid (die van raadslid binnen de gemeenteraad van Almere) en daarom niet relevant zijn. Bij zijn aanvaarding van zijn nieuwe functie had hij het coalitieakkoord ondertekend waarin deze passage staat:

Wij zijn van en voor álle Flevolanders en vinden dat alle Flevolanders, binnen de grenzen van onze rechtsstaat en conform artikel 1 van de Grondwet, het recht hebben om te zijn wie ze zijn en te geloven wat ze geloven en niet geloven”.

De kennismaking met de nieuwe gedeputeerde was snel gebeurd. De Commissaris van de Koning had een constructie bedacht waarin alle fracties één vraag mochten stellen (met indien nodig een vervolgvraag). De vragen van de linkse oppositie overlapten elkaar, zodat de nieuwe ambtsdrager al snel kon zeggen dat hij al antwoord gegeven had.

Zijn ergernis stak overigens al na enkele minuten de kop op. Hij snauwde de vragenstellers toe dat men er in Nederland maar aan moest wennen dat de PVV nu ook bestuurders leverde.

Waar Chris Jansen nog moeite had gedaan om in de persoonlijke omgang met Statenleden  aimabel over te komen hoeven we dit van de nieuwe gedeputeerde niet te verwachten.

Ik opende het gesprek met mijn behoudende collega’s met de snedige opmerking dat de toon nu wel gezet was (de nieuwe aanwinst heet Toon van Dijk).

Ze begrepen niet goed waar ik het over had. Ze vonden het eigenlijk nogal beschamend dat er zulke vervelende vragen waren gesteld. Ze hebben er totaal geen moeite mee dat zij in een coalitie zitten met de PVV. Het werd een beetje onaangenaam toen ik te berde bracht dat er binnen de VVD  toch ook verschillend wordt gedacht over de samenwerking.

Tot mijn verbazing bleek dat ze er meer moeite mee hadden samen te moeten werken met iemand die op de Universiteit van Amsterdam had meegeprotesteerd tegen de oorlog in Gaza. Omdat het hier om een collega van me gaat vroeg ik of ze echt minder problemen hadden met een partij die flink wat kenmerken gemeen heeft met de NSB dan met iemand die gebruik maakt van haar democratisch recht om te demonstreren.

Iemand onderbrak dit gezellige onderonsje, zodat ik niet hoefde mee te maken dat men mij collectief de rug zou toekeren vanwege verregaande inbreuk op het fatsoen.

Enkele dagen geleden sprak ik met een heel aardige collega op de bridgeclub. Ik vertelde hem over de koude wind die door de Staten waait nu er zoveel zetels bezet worden door BBB, VVD en PVV. Met de christenen braaf op sleeptouw zorgen ze ervoor dat de klok indien mogelijk 50 jaar terug wordt gezet.

Het bleek al snel dat we niet op een lijn zaten. Ik zag parallellen met de opstelling van mijn VVD collega’s.

Wat ik zie zijn aardige mensen, die in de veronderstelling verkeren dat we vooral neutraal moeten proberen te zijn en dus geen radicale standpunten moeten innemen. We moeten elkaar niet in de weg zitten, de harmonie bewaren en niemand voor het hoofd stoten.

In deze mindset is het dus inderdaad not done om Wilders met de NSB te vergelijken, te demonstreren tegen de oorlog in Gaza of de snelweg te blokkeren zoals Extinction Rebellion doet.

Mijn vriendelijke bridgecollega was nogal stellig toen hij dit laatste te berde bracht: “je zal maar met je zieke moeder op weg zijn naar het ziekenhuis en dan niet verder kunnen omdat een stelletje criminelen zich heeft vastgelijmd aan het wegdek. Ik zou er gewoon overheen rijden!”

Mijn zus (ook een heel aardig mens) moet ook niets hebben van die protesten. Ze kon het niet met mij eens worden toen ik naar voren bracht dat er al sinds het rapport van de Club van Rome (1972) meestal vreedzaam gedemonstreerd wordt en dat dit bar weinig heeft uitgehaald. Het is nu toch echt wel aangetoond dat we serieus moeten handelen in relatie tot milieu en klimaat. We blijven doorgaan op de ingeslagen fossiele weg, er wordt tot nu toe voortdurend getreuzeld en ontkend. We moeten respect hebben voor demonstranten die risico durven lopen vanuit hun overtuiging dat er nu echt wat moet gebeuren.

Zij vond dat deze manier van actievoeren teveel overlast veroorzaakte en niet fatsoenlijk was.

Misschien zit de grootste groep burgers wel op deze lijn: gedraag je, doe niet moeilijk en vertrouw er maar op dat alles goed blijft gaan.

Als het gaat om klimaat en milieu kan niemand nog ontkennen dat we er op dit terrein erg slecht voorstaan.
Lang niet iedereen vindt dat onze democratie door partijen zoals PVV en FvD ernstig bedreigd wordt. Maar wie wat dieper graaft kan er niet onderuit: de aanval op democratische instellingen zoals de Tweede Kamer (“nepparlement”) , de rechterlijke macht (“vooringenomen D66-ers”), de wetenschap (“alternatieve feiten”), de vrije pers (“tuig van de richel”) vertoont heel duidelijke overeenkomsten met wat er in Duitsland na 1933 gebeurde. We weten allemaal waar dat op uitdraaide….

 

Was het maar waar dat je gewoon rustig en beleefd moet blijven. Dat je kon vertrouwen op de kracht van onze democratie en de goede bedoelingen van de regering.

De laatste 20 jaar hebben aangetoond dat achteroverleunen nu echt niet meer kan. Als we ervoor willen zorgen dat onze kinderen en kleinkinderen ook nog een fijn leven kunnen hebben moeten we echt de barricaden op.

Dat is inderdaad niet altijd even gezellig en harmonieus. Het valt niet mee om links te zijn.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *