Mustreads

Ik lees vaak boekbesprekingen en noteer dan de titels van boeken die ik wil lezen.

Het gebeurt regelmatig dat ik diezelfde titel later ook in ander publicaties tegenkom, je wordt dan bevestigd in je keuze en weet dat je het betreffende boek wel moet lezen omdat je anders helemaal niet mee kunt praten in het literaire circuit.

Je slaat een modderfiguur als je ontkennend moet antwoorden op de vraag of je een bepaald boek al gelezen hebt.

De oorspronkelijk wens een boek te lezen omdat het misschien wel mooi is, of interessant, raakt dus op de achtergrond, je hebt te maken met een mustread.

 

Heel vaak begrijp je wel waarom een boek in deze categorie terecht gekomen is: het is gewoon erg goed. Denk hierbij aan boeken als Angela’s Ashes van Frank McCourt en The Goldfinch van Donna Tartt.

Als ik op zo’n mooi boek gestuit ben rust ik meestal niet vóór ik alles van de betreffende schrijver gelezen heb. Zo heb ik het omvangrijke oeuvre van John Irving helemaal tot mij genomen en staat ook John LeCarré compleet in de kast. De laatste is jammer genoeg onlangs overleden, na Silverview, (zijn laatste boek dat ik nog moet lezen) is het afgelopen.

Ik begon dus vol vertrouwen aan Crossroads van Jonathan Franzen. Ik vond zijn andere boeken heel erg goed dus verwachtte dat zijn nieuwste mij op dezelfde manier zou bekoren.

Dat viel een beetje tegen.

Franzen is een geweldig stylist met een fenomenaal taalgebruik, maar ik ben niet echt gegrepen door het verhaal.

Het boek is goedbeschouwd een family-soap en geen van de karakters is echt sympathiek.

Het is bovendien diep religieus, stoelend op de typisch Amerikaanse voorstelling van zaken dat iedereen lid is van een kerkgenootschap. Amerikanen vragen elkaar niet of ze gelovig zijn maar bij welke kerk ze behoren.  In dit licht gezien is het niet raar dat de president na elke speech vertelt dat God de United States zegent.*

Zijn aanpak, het minutieus beschrijven van de belevenissen van een Amerikaanse familie doet denken aan de 5 prachtige Rabbit-boeken van John Updike, maar deze laatste doet het veel beter.

Franzen heeft aangekondigd dat dit boek het eerste is van een trilogie, dus er staat ons nog wat te wachten.

 

Annejet van Zijl is de ongekroonde koningin van de literaire non-fictie zegt NRC.
Ik las eerder twee boeken van haar, ze lieten geen diepe indruk achter.

Fortuna’s kinderen is haar nieuwste, geen slecht boek, maar ook niet een werk waar je erg enthousiast over kan worden. Het is een “trans-Atlantische familiekroniek” die een aanvang neemt in 1829 en doorloopt tot in de twintigste eeuw.

Van Zijl heeft zeer grondig spitwerk verricht in de archieven en heeft een heel knappe reconstructie gemaakt van de levens van de hoofdpersonen. Het meest opvallende aan de geschiedenis van deze familie is, dat een van de oermoeders geboren is als slavin en trouwde met een witte Nederlander die verliefd op haar geworden was en haar meenam vanuit Charleston in het diepe zuiden van Amerika naar Zeeland.  Er kan haast geen groter tegenstelling gevonden worden tussen twee plaatsen.

Van Zijl blijft netjes binnen de grenzen van wat er na zoveel tijd nog te achterhalen valt en laat haar fantasie maar een heel klein beetje de vrije loop. Dat maakt het boek een beetje saai: mensen worden rijk, reizen op en neer over de oceaan, krijgen kinderen en gaan dood.

 

Van Annet Schaap verscheen enige tijd geleden het prachtige Lampje, een schitterend geïllustreerd boek dat ik eerder in een blog besprak.

 

De verwachtingen waren dus hoog gespannen toen ik de Meisjes begon te lezen.

Waar ik in Lampje nog gecharmeerd was van de eigenzinnige omgang met de ongeschreven regels waaraan een verhaal moet voldoen begon ik me in de Meisjes een beetje te ergeren.

Ze noemt de verhalen sprookjes en ze doen inderdaad sterk aan dat genre denken. Er worden ook heel veel elementen “geleend” uit klassieke sprookjes.

Tegelijkertijd is het taalgebruik erg van deze tijd, is er veel dialoog en is de afloop af en toe wat duister.

Het feit dat we vaak niet weten waar een verhaal zich afspeelt, of in welke tijd, gaat schuren.

Het lijkt erop dat Schaap deze verhalen heeft opgeschreven als gedachte-experiment: laat ik eens wat gaan spelen met elementen uit bekende sprookjes, laat ik er wat moderne vrijgevochten opvattingen doorheen mengen en dan kijken wat het oplevert.

Bij mij werkt het niet echt.

Jammer dat de illustraties dit keer zwart-wit zijn.

Ik bleef met een onbestemd gevoel achter toen ik het boek uithad.

Misschien later nog eens proberen.

 

 

Crossroads                6

Fortuna’s kinderen    5

De Meisjes                 6

 

 

*Ik ben hier niet helemaal eerlijk. De president zegt niet God Blesses America, maar God Bless America en dit kan je beter vertalen met “Moge God Amerika zegenen”. Vergelijk met God save the queen. (beide zijn een voorbeeld van de subjunctive).

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.