NMM

Het was weer tijd om de museumkaart te gebruiken

Niet lang geleden werd het NMM geopend, het nieuwe nationaal militair museum. Het staat op de voormalige vliegbasis Soesterberg, we namen een kijkje.

nmm_beeld_mobiel.jpg__1200x630_q85_crop_subsampling-2_upscaleHet gebouw is imposant groot, de entree is op de eerste verdieping. Je komt dan in een aantal zalen waar de collectie thematisch wordt aangeboden, aan de hand van onze vijanden: het water (!), de Spanjaarden, de Duitsers, de Japanners en de Russen.

Er is heel veel te zien, maar de zalen zijn een beetje donker. Regelmatig wordt informatie gelijktijdig op meerdere schermen aangeboden. Je aandacht wordt dan weer links, dan weer in het midden of rechts getrokken en je hebt het onrustige gevoel dat je dingen mist. Je luistert naar een marinier die iets spannends vertelt en tegelijkertijd vliegen er straaljagers rond, ontploffen granaten en maken geüniformeerde vrouwen duidelijk dat het leger allang geen mannending meer is.

In een zaal wordt alles verteld over de vredesmissies waaraan Nederland heeft meegedaan, daar is ook een wand met namen van soldaten die dat niet hebben overleefd…
In een andere ruimte zien we generaal van Uhm die een Tedtalk houdt over de positie van het leger in de samenleving. Hij benadrukt steeds dat het leger in een democratisch land ondergeschikt is aan de regering, ik vind dat hij daar helemaal gelijk in heeft.
Naast het nodige wapentuig zie je ook veel resultaten van nijverheid: zelfgemaakte schildjes, ornamenten en gebruiksvoorwerpen en memorabilia. Het brengt mij in herinnering hoe vreselijk je je kunt vervelen in het leger.

M113 en Dornier

De begane grond is voor het grotere werk: er staan tientallen voertuigen en aan het plafond hangen prachtige (historische) vliegtuigen. Met enige nostalgie bekijk ik de opgestelde M113-tank, het type waarin ik tijdens mijn diensttijd heel wat uren heb doorgebracht.

041001-F-2034C-017 U.S. Army armored vehicles leave Samarra after conducting an assault during Operation Baton Rouge in Samarra, Iraq, on Oct. 1, 2004.  Soldiers of the 1st Battalion, 4th Cavalry Regiment, 1st Infantry Division conducted the assault and then surrounded Samarra sealing it off to keep anti-coalition forces from entering or leaving the town.  DoD photo by Staff Sgt. Shane A. Cuomo, U.S. Air Force.  (Released)

Ik weet nog precies hoe het voelde tijdens het rijden: ik stak er bovenuit, had een stofbril en headset op en genoot van de rijwind, het brullen van de motor en de oerkracht die geen enkele moeite had met hellingen en obstakels. Om mij heen reden andere tanks met zwiepende antennes en kanon-lopen die onafhankelijk van de beweging van de tank kaarsrecht naar voren bleven wijzen. Ik weet nog precies hoe het rook: de stank van dieselmotoren die 10 op 1 reden (dus tien liter brandstof verbruikten per kilometer).

dornier

Verderop staat een prachtige Dornier vliegboot. Als jongen maakte ik er zelf een van een bouwpakket. Het mooiste was de afwerking: ik schilderde het model precies volgens de aanwijzingen met blauwgroene verf uit een heel klein potje. Jammer genoeg gaf het museum alleen heel summiere informatie (vlieghoogte, actieradius, motorvermogen).

Het is te veel!

Ik heb een telkens terugkerende klacht bij elk museum dat ik bezoek: er is teveel te zien! Je begint bij binnenkomst plichtsgetrouw alle informatie te lezen en elk object nauwkeurig te bekijken. Je tempo wordt allengs wat hoger, je slaat een bordje over en loopt steeds sneller naar de volgende vitrine. Soms is er een zaaltje waar een video gedraaid wordt. Daar ga ik altijd naar kijken. Ik zit te midden van heel veel echte (kunst)voorwerpen en kijk naar een filmpje dat ik thuis ook zou kunnen zien….

Ik denk dat elke conservator worstelt met hetzelfde probleem: hoe orden ik mijn collectie, hoe houd ik de aandacht vast, hoe breng ik mijn informatie over en vooral: hoe selecteer ik?

Voor mij geldt dat ik het liefst heel veel informatie krijg over één ding (de Dornier!) en niet zoveel behoefte heb aan een uitgebreide tentoonstelling met heel veel objecten.

Spitfire

DSC_0014Toen we het museum bereikten sprong mijn hart op: ik had de onmiskenbare vorm gezien van een Spitfire, die naast het museum stond. Ik besloot het mooiste voor het laatst te bewaren en bekeek het vliegtuig uitgebreid toen we het museum verlieten. Als jongen las ik veel boeken over de Tweede Wereldoorlog en daarin ging het vaak over de Spitfire. Dit Engelse jachtvliegtuig speelde een heel belangrijke rol in de Battle of Britain, die Hitler verloor. Ik verslond de boeken over Biggles, de dappere jachtvlieger* die het zowel in de eerste als de tweede wereldoorlog opnam tegen de perfide Hunnen. Hij vloog natuurlijk in een Spitfire en ik wist zeker dat ik later ook piloot zou worden.  Wat is het dan een  belevenis als je je hand kunt leggen op de vleugel van een echte Spitfire!

Website NMM

 

*Mijn zus las de boeken van Karl May, ik las Biggles.

Biggles spitfire

Zij vertelde me dat mijn grote held eigenlijk homoseksueel was. Dat wist ze, omdat de schrijver in elk boek wel ergens schreef dat Biggles “kleine, haast vrouwelijke handen” had. Ze vond het ook wel erg tekenend dwhat would Biggels doat Biggles altijd omringd werd door mannen (zijn trouwe maten heetten Ginger en Lacey) en nooit trouwde.
Ik trok me hier niets van aan. Natuurlijk trok hij met mannen op, het was oorlog! En als hij trouwde zou hij geen mooie avonturen meer beleven. Biggles bleef mijn held.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.