Toen ik in de hoogste klas van de middelbare school zat deed ik eens mee aan straattoneel. Dat fenomeen was vrij gebruikelijk in die tijd, de bedoeling was dat het publiek participeerde in de voorstelling en ik improviseerde naar hartenlust enkele minuten mee.
Het onderwerp van de voorstelling was de oorlog in Vietnam. Die werd door de reguliere spelers veroordeeld en we werden uitgenodigd met hen Amerika er van langs te geven.
In diezelfde tijd had mijn zus op de kweekschool een liedje geleerd waarvan “Wij zaaien rijst, dat is ons voedsel” een belangrijk zinnetje was. Het liedje ging over Vietnamezen die hunkerden naar vrede.
Wikipedia geeft als begindatum van de oorlog in Vietnam 1 november 1955 aan, ik was toen net één dag oud. Men doelt hier op de Amerikaanse betrokkenheid, want de Vietnamezen voerden al langer strijd tegen de Franse overheersing.
De Fransen leden een magistrale nederlaag in Dien Bien Phu en vanaf dat moment verschenen de Amerikanen op het toneel, eerst als adviseurs, later als oorlogvoerende partij.
De presidenten Kennedy, Johnson, Ford en Nixon stuurden grote aantallen jonge Amerikanen naar het front, uiteindelijk werden het er 543.000, waarvan velen dienstplichtig waren.
Nixon beëindigde de oorlog, die tot 30 april 1975 duurde.
Tweeëneenhalf miljoen Vietnamezen en ruim 58.000 Amerikanen verloren het leven.
Op Netflix is een schitterende documentaire van Ken Burns en Lynn Novick over de oorlog te zien, in tien afleveringen van in totaal 18 uur. 80 Mensen worden uitvoerig aan het woord gelaten, zowel Vietnamezen als Amerikanen. Daarnaast wordt veel oorspronkelijk filmmateriaal vertoond.
Ik zag de documentaire en herkende veel: het Ton-kin incident, My Lai, Agent Orange, B52’s, Jane Fonda en Ho Chi Minh.
Ik herinnerde me heel goed de beelden van de negenjarige Thi Kim Phuc, die naakt wegrent nadat ze door napalm getroffen is en van een standrechtelijke executie bij klaarlichte dag door een hoge Vietnamese politiefunctionaris.
Toch was er ook heel veel wat ik nog niet wist, of nooit bij stil had gestaan:
- De Amerikaanse presidenten speelden een walgelijk politiek spelletje, waarin de Amerikaanse burgers stelselmatig misleid of voorgelogen werden. Voor Nixon was zijn herverkiezing veel belangrijker dan het beëindigen van het bloedvergieten.
- De Amerikaanse soldaten waren zo jong! Een van de veteranen, die destijds leiding gaf vertelde dat het met 19 jaar eigenlijk nog kinderen waren.
Op een gegeven moment kwamen studenten in aanmerking voor de dienstplicht als hun schoolresultaten onder de norm waren. - Verreweg de meeste “draftees” kwamen uit de lagere klassen, er waren buitenproportioneel veel zwarten bij. Rich kids wisten meestal de dans te ontspringen.
Trump doorliep een militaire school en deed veel aan sport, maar werd voor Vietnam op medische gronden afgekeurd.
(Desondanks veroordeelde hij senator McCain – die acht jaar krijgsgevangene was geweest – met de opmerking dat hij meer op had met mensen die zich niet krijgsgevangen lieten maken). - De tragiek van de teruggekomen soldaten: hun vaders waren destijds gelauwerde veteranen uit WO II, zij werden met de nek aangekeken.
- De enorme verdeeldheid die er in Amerika was. Er werden zelfs tijdens protestmanifestaties mensen door soldaten doodgeschoten.
- Wat een geweldige muziek er toen gedraaid werd! Van veel nummers wist ik niet dat ze over Vietnam gingen, bijvoorbeeld We gotta get out of this place van the Animals.
Een magistrale documentaire, zeer zeker een aanrader.