Er is veel reden om pessimistisch te zijn.
Als ik een lijstje moest maken van ontwikkelingen in de wereld die de verkeerde kant opgaan zou ik waarschijnlijk pas op kunnen houden als ik onderaan deze pagina ben beland.
In het kader van zelfbescherming en de probabiliteit dat ik nog een flink aantal jaren op deze aarde zal moeten vertoeven is het prettig om af en toe een boek te lezen waarin een optimistische toon wordt aangeslagen.
Ik schreef eerder al in een blog over Factfulness van Hans Rosling. De kern van diens betoog is, dat harde cijfers aantonen dat het met heel veel zaken in de wereld helemaal zo slecht niet gaat.
Daarna kwam Rutger Bregman met het vermaarde De meeste mensen deugen, waarvan de titel voor zichzelf spreekt (zie ook mijn blog van december 2019).
Nu is er een nieuw boek verschenen: Voor ieder wat waars van Rob Wijnberg, dat goed in dit rijtje past.
Zijn thema is waarheid en de rol die dit begrip door de eeuwen heen heeft gehad. Het mag duidelijk zijn dat aan dit woord heel veel verschillende soorten invulling zijn gegeven.
Hij onderscheidt vijf tijdvakken:
De premoderne tijd | De moderne tijd | De postmoderne tijd | De postmoderne consumptietijd | De verbonden tijd |
400 vC – 1600 nC | 1600 – 1950 | Vanaf 1950 | Vanaf 1980 | Toekomst |
In deze tijdvakken zijn de sleutelwoorden: Verlossing, Vooruitgang, Bevrijding, Behoeftebevrediging en Collectieve vooruitgang en is er sprake van verschillende samenlevingsvormen, ideologieën, primaire energiebronnen en doelen waar we naar streven.
Op dit moment zitten we volop in de postmoderne consumptietijd, waarin we te maken hebben met doorgeschoten marktwerking, logaritmen, AI en doelgroepdenken. We zijn volkomen afhankelijk van olie en gas, houden ons voornamelijk bezig met de bevrediging van eigen behoeften en zijn egocentrisch en pessimistisch.
Wijnberg ziet een ontwikkeling voor zich waarin sprake is van collectieve vooruitgang, harmonie, samenwerking, ecologisme en generationeel denken. Energie wordt geleverd door zon, wind, waterkracht en biomassa.
Een voor een stipt hij de geweldige problemen aan waarmee de mensheid geconfronteerd wordt (uitputting van de aarde, polarisatie, de macht van globale ondernemingen etc.).
Het bijzondere van dit boek is, dat het daarbij niet blijft: de schrijver toont aan dat er al heel veel goede ontwikkelingen in gang zijn gezet, dat de (sociale) media een enorme rol spelen in het vergroten van angst en onzekerheid terwijl het in werkelijkheid op heel veel terreinen juist beter gaat.
En ja, hij volgt in de voetsporen van Bregman: de overgrote meerderheid van de mensen is toch geneigd naar het goede. Vooral omdat uiterst rechts en links zo’n verschrikkelijk grote mond hebben wordt weleens vergeten dat de er veel meer mensen zijn die kiezen voor het redelijke midden.
Wijnberg is een optimist: hij ziet voldoende aanleiding in de ontwikkelingen op technologische gebied en in de maatschappij om te denken dat we met zijn allen de problemen te boven kunnen komen en terecht kunnen komen in de verbonden tijd.
Hij heeft aantrekkelijke ideeën over hoe dit alles realiteit moet worden.
Ik raad je aan dit boek te lezen, er hoop uit te putten om het leven in deze donkere tijden nog een beetje draaglijk te houden.
Voor ieder wat waars 9
Rob Wijnberg
Uitgave de Correspondent