Af en toe richt de hoofdredacteur van de Volkskrant zich tot zijn lezers en vermeldt dan terloops dat er weer een rondleiding op de krant was voor trouwe lezers.
Ik vraag me dan af wanneer ik hiervoor uitgenodigd zal worden. Ik weet niet precies wanneer mijn abonnement inging, ik denk bijna veertig jaar geleden. Dat is vast nog niet lang genoeg. Ik vermoed dat dat ze wachten met uitnodigen tot hun eerbiedwaardige oude lezers lichtjes zijn gaan dementeren om op deze manier te voorkomen dat de redactie onder een stortvloed van grijze kritiek bedolven wordt.
Want zoals zoveel eerbiedwaardige instituten moet ook mijn krant de gesel der Vernieuwing verduren.
Dat de krant zich op een gegeven moment niet meer zag als vertolker van het Rooms gedachtengoed was natuurlijk prima, ik kon ook leven met de verkleining van het formaat.
Meer moeite had ik met de creatie van een magazine dat wel geschreven lijkt voor een doelgroep die louter bestaat uit welgestelde, jonge, hippe, modebewuste gearriveerde dertigers.
Elke keer lees ik met verbazing over lichte en ruime lofts die omgetoverd zijn tot fijne leefomgeving voor Annemieke (interior designer en influencer), Joachim (creatief ondernemer) en hun kinderen Flip, Sanne en Mees. We zien welke enige hebbedingetjes ze om zich heen hebben verzameld (ontworpen door een bevriende kunstenaar) zoals de houtkachel van €6500 die ze bijna nooit hoeven aan te steken, maar die ze moesten hebben.
Ik kan kennisnemen van reportages over reizen naar een heel ver land en kan vast noteren welke ervaringen ik daar vooral niet mag missen (dat enige bistrootje waar ze het varken nog in zijn geheel serveren, die winkel waar je sloffen kunt kopen van lamaleer en dat tochtje in een open boot waar je op eigen kracht door stroomversnellingen mag roeien!)
Als ik weet welke kleren ik moet aanschaffen om aan de nieuwste mode te voldoen en likkebaardend heb mogen lezen welke lekkernijen je in Oost Kapelle kan eten voor €85 pp (gemarineerde zeekraal op een bedje van Sint Jacobsschelpenschuim met een geraffineerde dressing van limoencrème als begeleiding van een op de huid gebakken vergeten vissoort!) kom ik tot rust bij de pagina waar verteld wordt welk modern vormgegeven of juist vintage voorwerp beslist niet mag ontbreken in mijn huis (een zitbol geheel vervaardigd uit slierten plastic die uit zee zijn opgevist!).
De andere zaterdagbijlage (die sir Edmund heet, vraag me niet waarom) is sinds kort op glad papier gedrukt. We moeten het cryptogram nu schuin onder de lamp houden om te kunnen zien wat we ingevuld hebben.
En dan is er de app. Ik ben bang dat mijn vertrouwde papieren krant binnen afzienbare tijd hiervoor plaats zal moeten maken. Ik moet ervoor zorgen om op tijd dood te gaan als ik dit niet meer wil meemaken.
De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat de digitale uitgave er best mooi uitziet.
Aangezien er op tweede pinksterdag geen krant was heb ik mij laten verleiden de krant op mijn tablet te lezen. Het viel niet tegen, het zag er gelikt uit.
Maar ik zal nooit een fan worden, want er gaat niets boven echt bladeren. Een krant moet naar inkt ruiken, moet knisperen, je moet in een oogopslag kunnen zien wat erin staat en je moet er stukjes uit kunnen knippen.
Blijft er een argument over om toch blij te zijn met de app: voor sommige mensen zal het heel prettig zijn dat je de krant nu ook kunt lezen als je ver weg op vakantie bent.
Maar ook dit gaat voor mij niet op, want de krant wordt mij nagestuurd en ik kan hem op mijn favoriete vakantie-eiland nog dezelfde dag bij de receptie van de camping ophalen…. (Fantastisch geregeld, overigens).
Ik blijf dus maar abonnee en wacht geduldig op een brief van Philip Remarque: “Beste trouwe lezer, het is mij een genoegen u uit te nodigen voor een bezoek. Wij zullen met genoegen luisteren naar al uw loftuitingen”.
Ja Martin. Ben het met je eens, dat magazine biedt veel informatie voor de welgestelden. Daar verbaas ik me ook steeds over. En ook wij zijn als trouwe abonnees nooit uitgenodigd. Ik ben wel erg blij met de digitale versie om de reden dat ik de letters kan vergroten, voor mij een uitkomst.
ja Martin, zo zitten wij ons ook elke week te ergeren aan The Guardian die we toch elke Zaterdag ondanks alles MOETEN hebben anders voelt het w/e niet als compleet! Gezien het een linkse krant moet zijn verbazen wij ons over die peperdure kleren modereportages and al die andere onderwerpen in de colour supplement die jij al aantipte! Wie heeft daar nou het geld voor (over)? Of wie het geld ook heeft, wie wil nou zoiets? Het lijkt me niet te passen bij wat ik dus van een guardian lezer verwacht. Inverted snobbery is my problem, methinks…