Mijn zwager gaf me een knipsel uit het NRC.
Bederf het geheim van Terschelling niet verder, zegt de kop.
De schrijver vraagt zich af waarom hij zich iedere keer aan het eind van zijn verblijf op het eiland akelig voelt, terwijl hij er toch al jaren komt.
Terschelling is een plaats waar je een sterke band mee opbouwt, hij gebruikt de term Genius Loci: een plek, waar bepaalde indrukken bij elkaar komen die je een geluksgevoel geven.
Hij vraagt zich af wat Terschelling zo speciaal maakt, maar komt niet verder dan twee wat magere voorbeelden: het Terschellinger vlaggetje voor intimi en de heersende fietscodes, die al snel door nieuwkomers worden overgenomen.
Hij maakt een vergelijking met Amsterdam: ook daar dreigt de populariteit zichzelf te verstikken. De Sense of Place erodeert door de almaar groeiende vraag naar gastvrijheid.
In Amsterdam hebt je het Airbnb-probleem, op Terschelling de niet te stoppen beleggingsdrift in toeristenaccomodatie.
De authenticiteit slijt en wordt voelbaar. Dit is naar het lijkt slecht herstelbaar.
Doeksen (naamgenoot en vast familie van de reder die de veerboten exploiteert en hierop het monopolie heeft) besluit met een oproep om te stoppen met verdere kustbebouwing.
Ik ben ook een enthousiast bezoeker van dit mooie eiland, maar voel me meestal niet akelig als ik het verlaat: een paar weken is geweldig, thuis wacht een comfortabel huis met weer andere voordelen en geneugten. Ik voel, net als hij, een sterke band met dit stukje Friesland maar weet evenmin wat Terschelling zo bijzonder maakt.
Is het de ruimte (de stranden zijn zo breed dat heel Nederland en Duitsland er zou kunnen liggen), zijn het de fietspaden, de afwisselende natuur, de aardige behulpzame mensen die ervan doordrongen zijn dat toeristen de voornaamste inkomensbron zijn?
Of is het het rustige levensritme (de boot is net weg, maar over een paar uur gaat er weer een) en het bijna altijd mooie weer?
Ik ben verbaasd over zijn vergelijking met Amsterdam. Daar is het inderdaad niet echt leuk meer. Het geratel van de rolkoffertjes overstemt de draaiorgels en je kunt geen vijf stappen doen zonder tegen een verdwaasde toerist aan te lopen.
Voor zover ik weet is er met Terschelling niets mis. Er is hier en daar wat nieuwe bebouwing, maar dat zijn vooral gezinswoningen voor kinderen van Terschellingers.
Ik ken twee of drie nieuwbouwlocaties waar toeristenaccomodatie is verrezen, maar die storen me niet echt. Voor zover ik weet wordt de kust onberoerd gelaten, ik weet ook niet of hij de waddenkant bedoelt of de Noordzeekust.
Het enige echt lelijke toeristenoord dat ik ken is Hotel Paal 8, maar dat staat er al jaren. De welstandcommissie zat waarschijnlijk te slapen toen de plannen voor dit nepfuturistische onding werden ingediend.
Verder is er al jarenlang controverse rondom een terrein naast café de Walvis in West. Hier heeft vroeger een fabriekje gestaan en men overweegt nu hoogbouw van drie verdiepingen. Dat zou detoneren bij de rest van de verbouwing, dus er wordt fel tegen geprotesteerd. Ik ga over een paar weken kijken hoe de stand van zaken is.
Als we praten met lokale bewoners (dat doen we als we met hen bridgen) hoor je klachten over de problemen die jonge Terschellingers hebben met het vinden van een huis, over mogelijke gaswinning en de problematiek rond de erfpacht.
Ze vertellen dat het heel moeilijk is om toestemming te krijgen voor het bouwen van een (vakantie)huis en dat alles heel erg duur is.
Ik heb ze nooit gehoord over de beleggingsdrift in toeristenaccomodatie en te veel kustbebouwing.
Het doet me deugd dat de schrijver opkomt voor de belangen van mijn favoriete vakantiebestemming, maar ik herken er niet veel van.
En ik zal bij de VVV eens informeren over die fietscodes, want ik heb al die tijd rondgefietst zonder ze te kennen.
Deze foto vergezelde het artikel in de NRC. (Wij weten natuurlijk precies waar dit is).
Terschelling, ja ook een stukje thuis komen voor ons.
Maar net als de schrijver van het krantenbericht werken wij ook een heel klein beetje mee aan de verandering van de campings in dure bungalowparken en andere bebouwing. Er komen steeds meer toeristen en ze willen allemaal hun kleine stukje Terschelling. Daar wordt op ingespeeld en dat brengt veranderingen met zich mee. Misschien voelt de schrijver zich onbewust een beetje schuldig daf hij daar ook aan mee werkt. Ik heb dat gevoel niet echt. Ik heb ook niet meer genoeg aan het tentje wat wij vroeger gebruikte op de meest simpele camping aan het eind van Terschelling. Nu huren we een huisje, maar verder doen en voelen wij ons nog steeds hetzelfde op dit heerlijke eiland. Fietsen op en rond het eiland geeft ons een heerlijk rustig en gelukkig gevoel. Af en toe ergens lekker eten, een wijntje of biertje en boeken lezen. Dat doen wd allemaal graag op “ons eiland” Terschelling.
Wel is het heerlijk dat we dit jaar voor het eerst buiten het hoogseizoen kunnen gaan, hoewel de grijze golf, waartoe wij ook horen, natuurlijk wel steeds meer aanwezig is. We gaan er weer heerlijk van genieten zonder schuldgevoel of gedachtes dat er iets niet klopt.
Misschien is het wel het gevoel dat alles altijd goed komt op Terschelling. Geen lakens gebracht? Kom maar langs, we brengen je wel even terug. Fiets kwijt? Vandaag of morgen duikt hij weer ergens op. Haasten heeft geen zin, de boot gaat niet eerder of niet later. Je voelt de rust over je heen dalen zodra je van de boot af komt.