Zoenen

Niet lang geleden vertelde iemand me dat het geven van drie zoenen bij een begroeting (en afscheid!) op z’n retour is.

Wat een opluchting!

Wanneer ik op televisie Engelsen bezig zie, of ander Europeanen, dan ben ik jaloers: één, keurige zoen en dan is het over. Niet drie van die ingewikkelde, waarbij je elkaar de wangen synchroon, maar in spiegelbeeld, moet aanbieden terwijl je zelf een goed plaatsje moet vinden om je lippen te plaatsen. En dat drie keer!

Als er brillen in het spel zijn wordt het nog ingewikkelder. Probeer maar eens te vermijden dat die met elkaar in contact komen.

De Fransen maken zich er nog makkelijker van af: die zoenen met veel misbaar ergens ter hoogte van het oor in de lucht.

Een van de dames van de bridgevereniging stelt zich vastberaden op als de leden elkaar voor het eerst in het nieuwe jaar zien: ze wil niet dat iedereen haar aflebbert.

(Ik kan haar dus heel goed plagen door aan te kondigen dat ik er naar uitzie haar drie lekkere pakkerds te geven. Ze wordt er helemaal zenuwachtig van.)

Soms heeft het voordelen om lang te zijn: als ik geen zin heb in zoenen strek ik de rug en kijk vaag een andere kant op als iemand me begroet. Knappe jongen (of meisje) die er dan bij kan!

Overigens zijn er ook nadelen: in winkels wordt me vaak gevraagd of ik even iets van het bovenste schap wil pakken en als ik vóór iemand plaatsneem in bioscoop of theater maak ik mezelf extra klein om de persoon achter me niet alle zicht te ontnemen. Het komt er dus op neer dat ik als een soort Quasimodo (de gebochelde van de Notre Dame) de voorstelling uitzit, en me naderhand niet meer goed kan uitstrekken.

Je zou het lengteschaamte kunnen noemen.

Ik zeg wel stoer dat ik zoenen vermijd als ik daar zin in heb, maar je wil natuurlijk een dame niet voor het hoofd stoten als zij van plan is je met een kus te begroeten. Je gaat er dus automatisch in mee als je denkt dat iemand het zoenproces in gang zet.

Het overkwam me eens dat ik dacht zo’n signaal op te vangen en dus overging tot zoenen terwijl ik de betreffende dame voor het eerst van mijn leven zag.

Zo gebeurde het dat de verbouwereerde moeder van een van mijn vriendinnen tot haar eigen verbazing gezoend werd door een wildvreemde.

Ik had mijn vergissing heel snel door en wist niet hoe gauw ik weg moest komen (tot grote hilariteit van mijn vriendin).

Mannen geven elkaar de hand, dat is voor iedereen een vanzelfsprekendheid. Waarom eigenlijk?

Ik maakte er vroeger een punt van om homoseksuele vrienden in plaats van een handdruk ook een kus te geven. Wilde ik hiermee demonstreren dat ik heel ruimdenkend was? Of dat ik gays eigenlijk bij de vrouwelijke helft van de mensheid indeelde?

En hoe zit het met vaders en zonen? Gaan die elkaar als de zoon man geworden is ook ineens een hand geven?

(Ik doe dat natuurlijk niet: we geven elkaar een berenhug en planten dan een zoen ergens in de nek. Mooie tussenoplossing).

Het is allemaal erg ingewikkeld, en nu heb ik het nog niet eens gehad over tongen. Ik herinner mij de allereerst keer nog heel goed. Ik zat in de zesde klas en werd op kamp verleid door een soort Walküre die haar vlechten bovenop haar hoofd droeg. Ze pakte me stevig vast en stak tot mijn grote ontsteltenis haar tong in mijn mond. Ze smaakte naar augurk.

 

Misschien moeten we naar de Maori’s kijken. Die zoenen niet, maar neuzen. Zou dat minder complicaties opleveren?

 

 

 

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *