De supermarkt is niet zo super. 

Ik ben thuis de boodschappenman. Elke vrijdag koop ik de boodschappen die we de komende week nodig hebben. Vroeger had ik een fietskarretje, tegenwoordig pak ik de auto. Het karretje past jammer genoeg niet op een elektrische fiets.  In de supermarkt volg ik meestal een vaste looproute, dit voorkomt dat ik dingen vergeet. Mijn eerste… Lees verder De supermarkt is niet zo super.