Het wordt lente!
Lange tijd konden we niets anders doen dan vanuit de huiskamer naar buiten kijken, de deur naar de tuinkamer bleef gesloten. We konden niet wachten tot we die weer wijd open konden zetten om er het grootste gedeelte van de dag in te vertoeven.
Zover is het natuurlijk nog niet, het is nog behoorlijk fris, maar de eerste tekenen van de lente dienen zich aan: in de grote plantenbak komen de krokusjes op, in de potten zien we narcissen, hyacinten en blauwe druifjes. De viooltjes zijn het cadeau van een vriendin.
We zullen nog wel wat moeten klussen: de stenen moeten worden geborsteld (zijn groen uitgeslagen) en de dode planten moeten uit de potten worden verwijderd om ze klaar te maken voor nieuwe die we gaan kopen bij het tuincentrum. Daar wachten we trouwens nog even mee, het is ons ooit gebeurd dat we allemaal mooie nieuwe plantjes in de tuin hadden geplant en dat het toen nog ging vriezen…
Verder moet ik de bankjes en de tuintafel in de teakolie zetten en moeten we alles schoonmaken.
Als dat gebeurd is kunnen we weer heerlijk buiten zitten!
Martin!
Dat ik dat nog moet meemaken!
Een taalfout! ( gepland ipv geplant).
Affijn, fijn te zien dat je ook maar een mens bent…
‘Affijn’? Het moet toch zijn ‘afijn’?
Of toch: enfin?