De tolk van Java

Lang geleden werkte ik op een school in de Amsterdamse Kinkerbuurt en ontmoette op een ouderavond de vader van een van mijn leerlingen.

Hij stelde zich voor als Raymond Westerling en ik herkende hem meteen als de beruchte kapitein die dienst had gedaan in Indonesië tijdens de politionele acties. Er werd van hem verteld dat hij gevangenen had laten martelen en dat hij sommigen standrechtelijk had geëxecuteerd.

Ik deed mijn best me te concentreren op het gesprek over zijn dochter, maar moest na afloop wel even slikken.

Ik wist van hem omdat ik altijd al een bijzondere interesse gehad heb in onze voormalige kolonie. Ik heb heel wat boeken gelezen, documentaires gezien en bezoek al jarenlang de Pasar Malam in Den Haag om wat sfeer op te snuiven.

Een zekere ongezonde Tempo Doeloe-mentaliteit kan mij niet ontzegd worden. Ik kijk naar de foto’s van blanken op plantages, comfortabel gezeten in rotanstoelen op de veranda van hun koloniale villa terwijl ze bediend worden door eerbiedig inlands personeel. Voor elk klusje een bediende, ze mochten blij zijn dat ze een betrekking hadden. Ons Indië, de Gordel van Smaragd…

Een van mijn vrienden is als baby naar Nederland gekomen (ik maak het verhaal altijd mooier door te zeggen dat hij op de boot geboren is) en heeft mij veel verteld over zijn Indo-familie.

Ik wist wat er zich had afgespeeld in de Tweede Wereldoorlog en ook dat Nederland maar wat graag de koloniale verhoudingen na afloop weer in ere wilde herstellen. Alles zou worden als vroeger en we zouden weer volop profiteren van de rijkdommen van onze overzeese gebiedsdelen.

Het was een beetje anders gelopen: de Indonesiërs hadden gezien dat de machtige blanke bezetter verslagen werd door een ander Aziatisch volk en ontdekt dat het dus ook anders kon.

Men wilde dat er een eind kwam aan de koloniale overheersing en dat Indonesië onafhankelijk zou worden. Er brak een verschrikkelijk wrede periode in de geschiedenis van Indonesië aan. Vooral tijdens de Bersiap (het machtsvacuüm dat ontstond na de capitulatie van Japan op 15 augustus 1945) werden talloze blanken, Indo’s, Chinezen en van collaboratie verdachte inlanders vaak op gruwelijke wijze vermoord.
Met name Amerika drong er na de Tweede Wereldoorlog op aan bij de Europese staten dat ze hun voormalige koloniën zouden opgeven.

Nederland stribbelde tegen en probeerde met harde hand het gezag te herstellen. Met dit doel werden twee politionele acties ondernomen, een eufemisme voor koloniale oorlog.

Het liep op een mislukking uit. Nederlandse strijdkrachten begingen oorlogsmisdaden maar konden niet winnen en uiteindelijk werd de onafhankelijkheidsverklaring getekend.

Heel veel Indische Nederlanders moesten vluchten naar Nederland omdat ze niet meer veilig zouden zijn als ze bleven.
Nederland deed mooie beloften aan met name ex-soldaten van het KNIL maar kwam die niet na.

Grote groepen Indo’s moesten in Nederland een bestaan opbouwen. Ze hadden problemen met heimwee, discriminatie en wennen aan de Nederlandse samenleving. Twintig jaar later zouden jonge Molukkers gewelddadig aandacht opeisen voor het onrecht dat hen was aangedaan.

Dit is de achtergrond van de hoofdpersonen in De tolk van Java, van Alfred Birney. Het boek won de Libris Literatuurprijs 2017 en werd een bestseller.

Ik las het boek en was een beetje teleurgesteld.

Die meeste aandacht gaat uit naar de vader van de hoofdpersoon, die eerst tegen de Japanners vocht en daarna optrad als tolk voor de Nederlandse strijdkrachten. De titel tolk is misleidend, omdat hij veel meer deed dan vertalen. Hij martelde vrijheidsstrijders en vocht volop mee.

De vader heeft zelf een verschrikkelijke jeugd gehad, moest daarna uitwijken naar Nederland omdat hij de koningin altijd trouw was gebleven en behandelt zijn kinderen dan net zo wreed als hij zelf gewend was.

Hij kreeg deze kinderen met een Nederlandse vrouw uit Helmond. Ze hadden elkaar als correspondentievrienden leren kennen.

De vader voert een schrikbewind uit en werkt voortdurend aan zijn memoires, rammelend op een oude Remington schrijfmachine.
Het boek laat bij toerbeurt zoons (een tweeling) en vader aan het woord, vaak spreekt de jongen zijn vader toe. Het middelste gedeelte bestaat uit het levensverhaal van de vader, de zoon beschikt over het manuscript.
Er is een heel duidelijk verschil in schrijfstijl: ik kom er niet achter of dit inderdaad een gevolg is van het letterlijk citeren uit het manuscript, of dat Birney op deze manier authenticiteit wilde verlenen aan het gedeelte dat aan zijn vader wordt toegeschreven.

Birney zelf schrijft goed, maar heeft geen literaire stijl. Hij bedient zich vaak van spreektaal en brengt weinig psychologische diepgang aan.

Als hij zijn vader aan het woord laat ziet het er nogal onbeholpen uit. Ik heb er af en toe moeite mee te geloven dat iemand werkelijk op deze manier over zichzelf schrijft.
Voorbeeld: er komen zeker vier passages voor waarin de hoofdpersoon zich moet melden bij een meerdere. Elke keer vertelt hij dat hij stram in de houding gaat staan en salueert.

Een onderhoudend boek, dat waarschijnlijk heel dicht tegen de werkelijkheid aanzit, maar dat volgens mij de vele loftuitingen niet helemaal waard is.

Kapitein Raymond Westerling wordt één keer genoemd in het boek, maar speelt geen enkele rol….

 

De tolk van Java         6

 

 

Gepubliceerd op
Gecategoriseerd als Gelezen

2 reacties

  1. De gerepatrieerden. Als klein meisje speelde ik toneel voor de gerepatrieerden. Doet me ook wel denken aan de vluchtelingen van nu. Ontheemd en onzeker over de toekomst. En wij die ons over hen ontfermen. Wonen in barakken. Maar veilig.

  2. Ik realiseer me dat ik hier weinig van weet Martin. Een periode die naar mijn idee onderbelicht is in de tijd dat ik geschiedenisles kreeg op de HBS.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *