Vooringenomenheid: het komt in de beste families voor.

 

In Provinciale Staten van Flevoland is inmiddels ruim een jaar een coalitie van BBB, VVD, PVV (!), CU en SGP aan de macht.

Het nieuwe college heeft tot nu toe nog niet veel bijzonders gepresteerd, de gedeputeerden gaan grotendeels voort op de ingeslagen weg van het vorige college. De koers is behoudend, kent nauwelijks visie en is voornamelijk gericht op de korte termijn.
Windmolens, zonne-energie, waterstof: de coalitiepartijen moeten er niet veel van hebben. In de Staten is vooral aandacht voor kernenergie, netcongestie en de noodzaak voor een IJmeerverbinding die in de eerste plaats ruimte moet bieden aan de auto.

De BBB voelt niets voor vernieuwing in het landbouwbeleid, men zet daar de klok het liefst tien jaar terug. Milieu- en klimaatproblematiek wordt vooral gezien als een stokpaardje van linkse gekkies.

 

Woensdag stond het Economische Plan 2024-2028 op de agenda, en we hielden ons hart vast. Een snelle lezing van de aangeboden stukken bevestigde onze angst. Er werd gesproken van een “scenario B”, waarin sprake was van afschaling op het gebied van circulariteit (er wordt niet ingezet op biobased/circulair bouwen en circulaire landbouwinitiatieven).

Onze sombere vermoedens werden bevestigd. Dit zijn precies de elementen waar GroenLinks zich sterk voor maakt, en die gaan nu voor de bijl.

We besloten een vlammend betoog te houden bij de behandeling om duidelijk te maken dat het wat ons betreft helemaal de verkeerde kant op ging.

Ik bereidde me goed voor: ik las de stukken zorgvuldig, maakte aantekeningen en werd nog bozer. De keuze voor scenario B werd op een heel wonderlijke manier verantwoord en hier en daar waren grote tegenstrijdigheden te vinden. (Bij voorbeeld: in het statenvoorstel werd gezegd dat de Provincie zich gaat inzetten op het versterken van het ecosysteem. Sleutelwoord: duurzaam).

 

Tijdens de vergadering kreeg ik als eerste het woord en ik ging voluit. Onbegrijpelijk dat het college voor scenario B had gekozen en er was sprake van meerdere tegenstrijdigheden. Ik kondigde een motie aan waarin we zouden oproepen scenario B te schrappen en te vervangen door A.

 

De gedeputeerde luisterde aandachtig. Na de eerst termijn gaf hij antwoord op de gestelde vragen en kon met betrekking tot die van mij kort zijn: in het economisch plan staat scenario A. Het college heeft helemaal niet gekozen voor B……

 

Het siert de gedeputeerde dat hij het niet bij me in wreef. Hij had me gemakkelijk belachelijk kunnen maken maar beperkte zich tot een korte mededeling.

 

Ik voelde mijn wangen langzaam rood worden.

 

Wat was er nu gebeurd?

Ik denk dat we hier te maken hebben met een schoolvoorbeeld van vooringenomenheid (in de wetenschap wordt hiervoor de term ‘bias’ gebruikt). In de fractie werd geopperd dat het college “natuurlijk” de verkeerde kant op ging en vanaf dat moment stond dit vast.

Ik las de stukken goed, maar verklaarde tegenstrijdigheden door uit te gaan van een bedenkelijk functionerend college, niet doordat ons uitgangspunt wellicht verkeerd was. Ik liet onze mening dus prevaleren en het kwam niet bij me op hieraan te twijfelen.

 

Ik kan als verzachtende omstandigheid aanvoeren dat het stuk waarop ik me voornamelijk baseerde (een memo waarin de twee scenario’s met elkaar vergeleken werden) nogal onduidelijk was. In geen van de stukken staat dat het college uiteindelijk koos voor scenario A, maar dit kan wel afgeleid worden uit de formulering van het statenvoorstel.

 

Reden voor schaamte dus. Ik beschouw mijn analytisch vermogen als een van mijn betere competenties maar heb nu ontdekt dat ook ik verblind kan zijn door bias.

Een les dus voor de volgende keer.

 

Het spreekt voor zichzelf dat ik later tijdens de behandeling mijn excuses heb aangeboden aan mijn collega-statenleden en de gedeputeerde.

 

Mea Culpa

 

 

1 reactie

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.