Over walvisachtigen en een stoffig schoolplan

Een van de taken van een schooldirecteur is het schrijven van een schoolplan.

Toen het moment was aangebroken dat ik er niet meer aan ontkomen kon het mijne te schrijven keek ik eerst naar het oude plan, geschreven door mijn voorganger, dat ergens verborgen diep achter in de kast stond. Ik was er niet bijster enthousiast over en vond dat ik het niet kon gebruiken als basis voor mijn stuk.

Ik onderzocht welke eisen mijn bestuur aan vorm en inhoud stelde en deed wat research op het internet.
Aan de hand hiervan schreef ik mijn plan, en probeerde er ook werkelijk iets van te maken: ik heb er grote moeite mee dingen voor de vorm te produceren.

Toen het klaar was wist ik dat het voldoende kwaliteit had. Geen negen of tien, maar zeker wel een 7. Er stonden in ieder geval geen taalfouten in. Ik was blij dat ik mijn tijd weer kon besteden aan nuttige dingen.

Tot mijn verbazing kreeg ik het plan na verloop van tijd terug, er was een checklist bijgevoegd. Een medewerker van het bestuursbureau had mijn werkstuk doorgevlooid en vinkjes gezet als hij een onderdeel op zijn lijst terug had gevonden.
Er ontbraken nogal wat vinkjes, dus ik kreeg de opdracht mijn werk over te doen.

Op zo’n moment kan je het beste even een ommetje maken, want als je in je boosheid de telefoon oppakt kunnen er vervelende dingen gebeuren.

Ik voelde een enorme weerzin om me weer bezig te moeten houden met iets wat in mijn ogen af en goed was. Ik had het heel druk met andere, belangrijker dingen. Ik zou me nu weer moeten buigen over een schoolplan dat uitsluitend voor de vorm op een school aanwezig moest zijn. Het diende geen enkel doel, het zou de komende jaren stof staan te vangen. De school zou prima draaien ook zonder dit plan.

Maar je weet hoe de dingen gaan, ik besteedde er heel wat uren aan om ervoor te zorgen dat alle vinkjes konden worden gezet.

Ooit heeft één vader eens naar het schoolplan gevraagd. Ik gaf het hem mee en heb er nooit meer iets over gehoord.
De inspectie informeerde uiteraard ook naar het bestaan ervan, ook deze instantie bestaat bij de gratie van afvinklijstjes.

Er stonden nog meer stoffige mappen in de kast: de Protocollen.

Je kunt het zo gek niet bedenken, of een school moet er door middel van een actueel protocol op voorbereid zijn. Ze zijn meestal het resultaat van veel knip- en plakwerk en staan er alleen maar voor de vorm. Mocht een school ooit aangeklaagd worden, dan kan op het bestaan ervan gewezen worden. We zijn ingedekt!

Van het schoolpersoneel wordt vanzelfsprekend verwacht dat het adequaat optreedt in elke situatie, of daar nu een protocol voor bestaat of niet. Iedereen weet dat er op een school elk moment dingen gebeuren kunnen die niemand had kunnen voorspellen en waar dus ook geen protocol voor is geschreven.

Een leerling van groep 2 lag bewegingsloos in de gang, was niet aanspreekbaar en volledig slap; op het schoolplein gingen drie ouders met elkaar op de vuist; een gescheiden vader kwam zijn zoontje ophalen terwijl de moeder dit uitdrukkelijk verboden had, omdat het risico bestond dat haar zoontje naar het buitenland zou worden ontvoerd.  De man dreigde met geweld.

We hebben als team professioneel gehandeld en de zaken tot een goed einde gebracht, ondanks het feit dat we er geen protocol voor hadden.

Zo staan anno 2017 de zaken ervoor: controleren, indekken, afrekenen en verantwoording zijn de sleutelwoorden geworden, professionals krijgen hoe langer hoe minder ruimte hun werk zelfstandig uit te voeren zonder druk van buitenaf.

Managementlagen en Inspectie moeten hun bestaansrecht bewijzen en doen dit door voortdurend op de nek van de uitvoerders te gaan zitten.

De papierwinkel neemt absurde vormen aan, niet alleen in het onderwijs maar ook op andere terreinen.
Ik ontdekte een prachtige illustratie van de volkomen doorgeschoten bureaucratie op youtube.

Kijk dit filmpje!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.