Omdat Greet sinds 1 september met pensioen is (en ik dat al was) waren we dit jaar niet gebonden aan de schoolvakanties als vakantieperiode.
Het leek haar een goed idee dit jaar wat later in het seizoen naar Terschelling te gaan, dan zou het wat rustiger zijn op de camping.
Sinds een aantal jaren staan we in de zomer drie weken met onze caravan op Terschelling. Vroeger huurden we een huisje, maar dit wordt steeds duurder, het gaat al naar 1000 euro per week. Overtocht en camping kosten samen ongeveer 1100 euro (voor drie weken), dat is dus aanzienlijk goedkoper terwijl je praktisch hetzelfde comfort hebt en lekker in je eigen huisje slaapt.
Vakanties zijn toch al behoorlijk duur, zeker omdat de horecaprijzen flink omhoog zijn gegaan.
Het was inderdaad veel rustiger, (ik heb niet een keer in de rij moeten staan voor douche of wc) maar ook een beetje unheimisch. Terschelling moet in mijn ogen druk zijn, en warm. Er moet veel leuks te doen zijn en alles moet open zijn.
De laatste week was de camping uitgestorven, op sommige velden stond maar één tent, een gedeelte van het sanitair was afgesloten en ’s morgens lag er al dauw en hingen er mistbanken. Af en toe was het gewoon koud. Omdat de meeste toeristen al naar huis waren werd er bijna niets meer georganiseerd, sommige restaurants hadden de deuren al gesloten.
Ik blijf het fascinerend vinden het leven op de camping te observeren. Opvallend is, hoeveel tijd mensen kwijt zijn met het op orde brengen en bijhouden van hun bedoeninkje. Er moet altijd wel water worden gehaald, een haring beter de grond ingetimmerd of een scheerlijn gespannen worden.
Ongeveer vijf keer per dag passeerde onze buurman, een getatoeëerde man met lange woeste baard, onze caravan met in zijn handen een onooglijk klein pannetje of fluitketeltje. Hij haalde water bij een kraan van de sanitaire ruimte.
Ik deed mijn best om te bedenken waarom hij niet een grote jerrycan bij de tent had staan, maar vond geen antwoord.
Tegenover ons installeerden zich twee vrouwen, die hun caravan vrolijk opsierden met vlaggetjes, lichtjes en een bordje met daarop B&B.
Het kan zijn dat ze de plek waar ze neergestreken waren beschouwden als een mobiel Bed and Breakfast, ik geef de voorkeur aan de uitleg dat het de eerste letters van hun voornamen betrof: Betty en Bertha.
De vrouwen hadden samen een schilderbedrijfje en een hond, die Fik heette. Dat is natuurlijk een prachtige naam, nog mooier dan Bello.
Het was duidelijk dat ze het heel erg naar hun zin hadden: de harmonie tussen het drietal was totaal. Ze waren zo gelukkig samen dat het je de adem een beetje benam.
Nooit klonk een onvertogen woord of werd een gemelijke blik geworpen. Zelfs de hond gedroeg zich voorbeeldig.
Dit lag heel anders bij hun buren. Het betrof hier een man en vrouw die waarschijnlijk uit Almelo kwamen. Ze waren allebei aan de dikke kant en namen elke gelegenheid te baat elkaar te bekritiseren. Het vermoeide automatisme waarmee ze elkaar de maat namen deed vermoeden dat het hun way of life was, die waarschijnlijk nooit meer veranderen zou.
Van mijn moeder heb ik geleerd dat Duits een lelijke taal is. Zij is ongetwijfeld tot die overtuiging gekomen tijdens de bezetting, maar er zit wat in.
Naast ons werd een camper geparkeerd waaruit een Duits stel stapte. Ze groetten niet en begonnen met veel heen-en-weer geschreeuw een uitbouw aan hun voertuig te bevestigen. De vrouw had bittere kritiek op haar man (“Das ist alles doppelte Arbeit”, hield ze hem voor) en hij vond kennelijk dat ze er niets van bakte.
Ze hadden twee in neon-kleuren uitgevoerde overmaatse steppen meegenomen, waar ik ze overigens geen meter op heb zien rijden.
Bij elke bezoek aan toilet of douche passeer ik een caravan met een voortent die vlekkeloos is opgezet. Loeistrak, duidelijk in staat de zwaarste stormen te weerstaan en brandschoon.
Ook aan de inrichting mankeert niets. Schoenen staan netjes in het gelid, alles ziet er keurig uit.
Ik ben jaloers. Hoe we ook ons best doen, het is net of onze voortent eigenlijk bij een andere caravan hoort. Hij hangt altijd een beetje scheef, er zitten plooien in en hij is ook een beetje smoezelig. We hebben heel veel dingen in de voortent neergezet, het is er altijd een rommeltje. Mussen vliegen steeds naar binnen en laten poepjes achter.
Er zijn ook Einzelgängers. Een fietser zet zijn tentje op en moet er meteen inkruipen, want er barst een flinke stortbui los. Ik herinner me nog van vroeger dat dit helemaal niet gezellig knus was. Je maakte je zorgen over lekkage, alles begon vochtig aan te voelen en je kon geen lekkere houding vinden behalve plat op je rug.
Ik vraag hem na de regenbui of hij het droog gehouden heeft, maar ik denk dat hij me niet verstaan heeft, want hij glimlacht vaag en loopt snel door. Tot zover mijn poging tot verbroedering met een medekampeerder die het moeilijker heeft dan ik.
Voor een Eriba-caravan staat een tafeltje met twee stoelen, maar er is er altijd maar eentje bezet. Ik fantaseer dat deze man vergeefs wacht op zijn vrouw, die het erg druk heeft op haar werk en beloofd heeft zich zo snel mogelijk bij hem te voegen. Intussen eet hij uit de pan, decorum is niet nodig als je alleen bent.
Er is ook een tent waarin een oudere dame woont met haar hond. Ze knoopt gesprekjes aan met collega-hondenbezitters, ik hoor haar verschillende keren vertellen dat de hond pas 15 maanden oud is. Ik vind het beest best groot en vraag me af of een hond niet gewoon volwassen is op die leeftijd. Ze zegt dat het beestje een Basset is. Hij heeft een lang buisvormig lijf, korte poten en kijkt altijd droevig.
Ik heb niet veel met honden. Vreemd genoeg kiezen eigenaren heel vaak dieren die zijn opgescheept met een gebrek: de Basset heeft veel te korte pootjes, andere hebben een veel te platte snuit of kwijlen voortdurend omdat er iets mis is met hun bek. Ze moeten altijd plassen of poepen (de baasjes lopen achter hen aan met een plastic zakje voor het geval dat hun huisdier te vroeg zijn behoefte doet) en vragen voortdurend aandacht. Als hun baasje even wegloopt zijn ze meteen depressief en als hij dan terugkomt begroeten ze hem uitzinnig enthousiast alsof hij zojuist teruggekeerd is van een wereldreis.
Er is WIFI op de camping, maar als je probeert het nieuws te kijken zit je voortdurend te kijken naar een ronddraaiend streepje. De capaciteit is volstrekt onvoldoende. Dit jaar hebben we een geniale oplossing gevonden: onbeperkte data op de telefoon, die zodoende als hotspot kan worden gebruikt. We kijken naar hartenlust tv en streamen series op Prime en op Netflix.
Er is ook humor op Terschelling:
De boot met fanatieke bridgers uit het Gooi heeft zoals gebruikelijk weer aangemeerd in de haven. Zij gaan bridgen tegen de plaatselijke club, wij mogen als badgasten meedoen met de Terschellingers, die proberen hen te verslaan. We ontmoeten de bootmensen in zes verschillende Horeca-gelegenheden, we doen ons best maar worden toch verslagen. We verplaatsen ons tussendoor per fiets en eindigen de dag op de boot, waar we verwelkomd worden met veel wijn en andere drank. De boot heet de Succes, en is een houten platbodem die vroeger dienstdeed als zeilend vrachtschip. Hij is nu omgebouwd en biedt accommodatie aan groepen.
Met het vorderen van de leeftijd levert het aan boord komen van de bejaarde Terschellingers wel een steeds groter probleem op. Maar dat mag de pret niet drukken. De winnaar wordt bekend gemaakt (natuurlijk een paar van de boot), de drank vloeit rijkelijk en er is zelfs levende muziek: een van de Gooienaren heeft zijn accordeon meegenomen.
Er hangen al flink wat Glas-in-lood ramen in ons huis, maar eens per jaar komen er weer twee bij als we aan de slag zijn geweest in het glasatelier van Henny Terpstra. Ik had een vrij simpel ontwerp overgenomen van een oud raam en maakte een glas-in-loodraam dat precies in de voordeur past en Greet had een ambitieus eigen ontwerp, van twee vissen.
De werkjes zijn goed geslaagd, Greet heeft zelfs gemengde technieken aangewend: naast traditioneel glas in lood heeft ze ook Tiffany toegepast. Het resultaat is prachtig.
Een heel bijzondere belevenis was het bezoek aan het kunstwerk dat gemaakt is als hommage aan de overleden oprichter van Oerol. Binnenkort verschijnt hierover een gastblog.
We hebben nog niet genoeg van Terschelling.
Fijn dat jullie toch kennelijk enorm hebbtgenoten. Prachtig glas in lood gemaakt! Oefening baart kunst.
Liefs.
Door jouw verhaal krijg ik enorm veel zin om ook weer eens naar Terschelling te gaan, het is alweer zo lang geleden. Heerlijk is het he, je eigen huisje met bed meenemen, wij hebben alweer 11 jaar plezier van onze Eriba, die we op 11-11 in 2011 gekocht hebben.
Na dit prachtige verhaal is mijn drang om ook eens naar Terschelling te gaan zeer zeker toegenomen! En wat een prachtige glas-in-loodramen hebben jullie gemaakt!