We zijn terug van drie heerlijke weken op ons favoriete eiland. Er is niets misgegaan en ook het weer was over het algemeen voortreffelijk.
We hebben veel gefietst (ruim 300 km), gelezen en geluierd.
Een paar observaties:
Als je (ongewild) meeluistert bij een conversatie van andere vakantiegangers valt je op dat het gesprek bijna altijd gaat over wat men heeft meegemaakt of van plan is te ondernemen. Een man ging zelfs zo ver dag hij in detail vertelde over de manier waarop en de volgorde waarin hij zijn bezittingen zou schoonmaken en inpakken. Fascinerende gespreksstof!
Als we in de buurt van Midsland aan Zee zijn kijken we altijd even of het huis van Robert ten Brink er nog staat. Lang geleden hebben we besloten dat een fraaie woning bovenop het duin wel de plaats moet zijn waar hij met zijn vier dochters de vakantie doorbrengt.
We dachten dat het enige sjeu zou geven aan de vakantiebeleving van onze kinderen als ze zich realiseerden dat ze bijna buren waren van een bekende showmaster.
(In Almere konden we hen om vergelijkbare redenen vertellen dat het piepkleine glazen hokje op het dak van een kantoorgebouw het huisje van Pluk van de Petteflet was).
De buurvrouw in de tent tegenover ons behandelt hondje Lola als was het haar kind. Ze praat er mee, knuffelt het beestje voortdurend en viert zelfs haar verjaardag. Er zitten vast heel lekkere brokjes in de voederbak die voor de tent staat, want een oplettende meeuw maakt er dankbaar gebruik van dat ze voor hem zijn klaargezet.
Op het terras van de Bessenschuur leren de ouders van een jongeling een kaartspel aan diens vriendin, die vast voor de eerste keer mee is. Ik heb natuurlijk de associatie met het prachtige nummer van Jiskefet, waarin Edgar moet leren stiften.
Het valt trouwens op hoe serieus mensen kunnen zijn terwijl ze een spelletje aan het spelen zijn. Dit geldt ook voor dat vreselijke campingspel dat ik al eerder beschreef, waarbij de deelnemers met stokken naar andere stukken hout gooien. Ze zijn vaak zo fanatiek en streng dat het er weleens op lijkt dat het van levensbelang is dat de regels strikt worden opgevolgd. (Voor wie een link wil leggen naar Bridge: dat is natuurlijk geen spel, maar een sport).
We kennen de mensen die naast ons staan van voorgaande jaren. Ik herinner me dat Arjen een scherpe tong heeft, en ervan houdt mensen te plagen. Als hij me trots zijn strak opgezette tent laat zien die hij al 34 jaar gebruikt valt het me op dat hij niet op het woord wasmachine kan komen. Als we verder praten hoor ik dat hij zoekt naar woorden en wonderlijke synoniemen gebruikt. Zo beschrijft hij de buur-eilanden als “die andere plakken” en roept naar een passerende vriend dat hij maar gauw naar zijn concubine moet gaan. Marjo, zijn vrouw vertelt dat zij niet lang geleden een herseninfarct heeft gehad en dat Arjen lijdt aan beginnende dementie. Het zwaar getroffen paar is vol vertrouwen dat ze er volgend jaar weer zullen zijn. Ze hebben overduidelijk een heel sterke band met elkaar. Ik kijk er naar uit ze weer te zien en zal dan wat sneller contact maken, zodat we langer kunnen praten.
Als ze vertrokken zijn neemt een ander stel hun plaats in. Je kunt merken dat ze elkaar nog niet zo lang kennen. Ze zijn elkaar duidelijk aan het aftasten, dit is misschien wel hun eerste vakantie samen. Ik fantaseer dat ze beiden uit een heel slechte relatie zijn gestapt en het nu voorzichtig met een ander proberen. Wat lijkt me dat moeilijk als je al wat ouder bent! Zou ze zich niet meer storen aan zijn dikke benen? En aan het mormeltje van 15 jaar dat nu ook tot haar relatie behoort?
Het mormeltje is niet groter dan een kat, maar beschikt over een indrukwekkende spitfire-neus en gromt woedend naar elke passerende hond. Hij brengt ons ook een bezoekje. Als zijn bazin hem haastig komt terughalen informeer ik of we hier met een wolf van doen hebben. Ze antwoordt gevat dat hiervan inderdaad sprake is, maar dan wel tussen de oren van het bejaarde beestje.
Hoe komt het dat we over het algemeen weinig contact hebben met mensen op de camping? Houden we ze onbewust op afstand? Het helpt vast niet dat we vaak zitten te lezen….
Ik ben hier niet zo rouwig om, omdat campinggesprekjes bijna altijd bestaan uit het uitwisselen van oppervlakkige informatie en anekdotes. Wat wij op deze manier overbrengen is natuurlijk razend interessant, maar dit kan niet gezegd worden van wat zij ons te vertellen hebben…
Aan de andere kant van het slootje staat een tent waarin een meneer slaapt die verschrikkelijk snurkt. We kunnen het binnen onze caravan horen. Zou hij een vrouw hebben? Beschikt zij aan het eind van de nacht nog over haar geestelijke vermogens?
Bij elke strandtent kan je kaastengels krijgen. Zouden ze met elkaar hebben afgesproken dat het woord maar met één s gespeld wordt?
(Mijn neef heeft een kaaswinkel. Zouden mensen wel eens tegen hem gezegd hebben dat hij ergens met zijn kaastengels vanaf moest blijven?)
Als ik sta te douchen krijgt de man in het hokje naast het mijne een verschrikkelijk hoestbui. Hij blijft er bijna in. Ongerust vraag ik me af of van mij verwacht wordt dat ik te hulp schiet. Welke ideeën zullen postvatten bij omstanders als ze zien dat een dikke blote man zijn armen om een andere blote kerel heeft geslagen in een poging met behulp van de Heimlicher manoeuvre diens ademhaling weer op gang te krijgen…
In de campingwinkel leg ik een cranberrybrood terug. Het kost € 7,99
Hahaha wat leuk om te lezen Martin. Ik heb nu de hele tijd een beeld voor me van een dikke blote man die de Heimlich greep uitoefent. Daar moest ik zo om lachen.
Erg leuk verhaal Martin. Ja Gerda. Ook heel lief. Blote gezette man en Heimlichgreep. Kan ook makkelijk anders uitgelegd worden.
Ach. Beginnende dementie. Ja. Herkenbaar. Die woordvindingsproblemen. Verdrietig.
Dat is het hè. Veel gesprekjes gaan nergens over. Hoeft ook niet. Lekker blijven lezen!
Kus.
Lies
Leuk Martin!