Wie corrigeert de ombudsman?

De Volkskrant heeft een ombudsman, wiens taak het is in de gaten te houden of de krant zich houdt aan de journalistieke ethiek. Een nieuwsmedium dat zichzelf serieus neemt wil graag verantwoording afleggen, een ombudsman kan daarbij een goed middel zijn.

Jean-Pierre Geelen heeft op dit moment die taak en hij kwijt zich daar over het algemeen goed van. Hij beschrijft het mechanisme van het verslaggevingsproces en legt af en toe fouten bloot maar komt ook op voor zijn collega’s.

Lezers leveren kritiek, vaak vindt men de aanpak van de krant te soft of juist te hard (of allebei..)

In de krant van afgelopen zaterdag gaat het over de opkomst van Baudet, die de gemoederen sterk bezighoudt.

Geelen laat zien dat een krant het niet gauw voor iedereen goed kan doen: sommige lezers vinden dat de krant een Baudetbode is, anderen klagen over Baudet-bashing.

In dit stuk laat de man die anderen de maat neemt nu zelf enkele steken vallen.

Ten eerste gaat hij helemaal los met de beeldspraak en vliegt hierbij behoorlijk uit de bocht.
Hij heeft een pakkende kop bedacht (Koers houden bij storm) en borduurt hier verder op door met een vergelijking tussen de krant en een olietanker.

Dit is een sterke metafoor, die meestal gebruikt wordt om aan te geven dat iets niet, of alleen met veel moeite te stoppen is. Een tanker is zo groot, dat niets hem van zijn koers kan brengen en zelfs bij volle kracht achteruit ploegt hij nog lange tijd voort.

Maar hoe gebruikt Geelen dit beeld? “Juist op stormachtige dagen, wanneer een grote gebeurtenis de dag of week domineert, raakt het schip op drift”. Hij heeft het over toetsenborden die in de machinekamer aan het ratelen slaan en vertelt dat er een golfvloed aan stukken en stukjes ontstaat (Is het niet vloedgolf?). “In dat kolkende krachtenspel is vooral in het begin de koers voor alle opvarenden even ongewis”.

Hij is nu echt op gang en besluit nog even voort te borduren op deze water-thematiek: “De wens om een waaier te zijn te zijn is de bron van een stroom aan kritiek. Die droogt niet op zolang de meningen in de krant blijven stromen.”

Dan blijkt dat Geelen’s nautische kennis niet verder reikt dan zijn eigen ratelende toetsenbord, want hij gaat nog even verder met zijn gebrekkige beeldspraak: “Ideaal zou zijn dat op de voorplecht een kapitein tijdens de storm de wacht hield en zou afremmen en bijsturen”.

Iedereen weet dat de kapitein op de brug hoort, vanwaar hij aanwijzingen kan geven aan de roerganger en de machinist. Op de voorplecht kan weinig uitrichten.
Het stuk eindigt in stijl: “varen bij storm vergt alle handen aan het stuurwiel”. Ook dat lijkt me niet echt praktisch of gewenst.

In het laatste stuk van het artikel doet hij uit de doeken hoe de krant te werk was gegaan bij het weergeven van “voxpopjes” (portretjes van “willekeurige” Nederlanders). Er was geen sprake van willekeurigheid, de gesprekspartners kwamen allemaal uit hetzelfde wereldje, twee waren bekenden van de auteur.

Geelen vindt dat de krant hier onjuist heeft gehandeld, maar vermeldt en passant dat de schrijfster een stagiair was, een detail dat mijn inziens niet relevant is. Stagiaires mogen per definitie fouten maken, het is de taak van hun begeleiders ervoor te zorgen dat er geen brokken gemaakt worden. Zij zijn verantwoordelijk. Het gaat dus niet aan haar op deze manier publiekelijk aan de kaak te stellen.

Het komt me voor dat de krant beter koers kan houden als Geelen aan wal blijft.

Gepubliceerd op
Gecategoriseerd als Gelezen

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.