Het Grote Spoorboek

Als groot treinen-liefhebber leek het me wel wat toen Spoor, het magazine dat NS uitbrengt, 15 euro korting bood op de aanschaf van Het Grote Spoorboek.

Ik zou alles te weten komen over mens en materieel, stations, personeel en reizigers (voor zover dat niet al onder “mensen” was behandeld), goederen en veiligheid.

De post bracht een zwaar pakket, het Grote Spoorboek was inderdaad groot. En zwaar.
Inhoudelijk heeft het boek minder gewicht.

Dit is hoe het boek tot stand moet zijn gekomen.
Het spoor bestaat 175 jaar en men steekt de koppen bij elkaar om na te denken over hoe dit gevierd moet worden.
Het gesprek wordt gedomineerd door enkele spoorfanaten, die vreselijk veel weten van treinen.
Als iemand voorstelt een speciaal boek uit te geven zijn ze natuurlijk van harte bereid de tekst te verzorgen. Voor foto’s kunnen ze terecht bij het Spoorwegmuseum, dat heeft er tienduizenden in het archief zitten.
De PR-mensen van NS kijken een beetje zuinig: als je deze enthousiastelingen hun gang laat gaan wordt het een compleet ontoegankelijk boek vol jargon en stoomtrein-nostalgie.
Dan suggereert iemand eens te kijken naar het succes van enkele grote fotoboeken  die de afgelopen jaren het licht hebben gezien. Hierin staan talloze foto’s uit de jaren zestig en zeventig en de mensen vreten het op. Vertederd  wijzen ze elkaar op de ouderwetse interieurs en de gedateerde kleding en vertellen elkaar dat ze nog precies weten hoe alles er toen aan toe ging. Dat alles vroeger veel beter was.
Als we nu eens een groot Spoorboek maken vol met foto’s, allemaal voorzien van onderschrift? Een fijn plan, waar niemand zich een buil aan zal vallen. “Maar het moet wel leesbaar blijven! Niet teveel vaktermen, want het boek wordt niet alleen door hobbyisten gekocht!”, bezweert de bezorgde PR-man.

De heren Veenendaal, Zeilstra en de Bruijn duiken het archief in, zoeken de mooiste foto’s bij elkaar en rangschikken ze thematisch (Spoor en tijd, spoor en stations, werken bij het spoor). Ze duiden locomotieven aan met een nummer (“een net geklede jongeman, die in een keurig colbertje en een nette broek met een simpele camera een 1300 fotografeert op Amsterdam Bovendok”) en een vrouwelijk persoonlijk voornaamwoord (“na jarenlange trouwe dienst wordt ze afgedankt”) en gaan ervan uit dat wij weten dat een bak een wagon is. Verder houden ze zich keurig in.

Ze letten er heel goed op dat het boek licht verteerbaar blijft.
Ze vragen onze aandacht voor sanseveria’s en narcissen in werkruimtes, de parasol van de keurige reizigster die goed van pas kan komen op een zonnige dag en de vlekkeloze uitmonstering van een amateurfotograaf.

Wie, zoals ik, gehoopt had heel wat te weten te komen over de achtergronden van het treinverkeer, graag wat interessante technische uitleg had gehad en antwoorden hoopte te vinden op prangende vragen, zoals: waarom staan alle treinen in Nederland stil als er een vlokje sneeuw valt? komt bedrogen uit.

Het boek past inderdaad naadloos in de serie Grote Boeken en zal een plekje vinden in mijn boekenkast.
Het zal misschien nog één keer opengeslagen worden door mijn erfgenamen, als ze zuchtend het huis moeten ontruimen.

Ik zal het niet herlezen, daarvoor is het te licht.

Het Grote Spoorboek:         5

 

Vooruit, één nostalgisch plaatje dan. Men begrijpt dat ik dit moet zijn geweest.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.