De vergadering van Provinciale Staten zou om 15.30 beginnen en ik liep van het station naar het Provinciehuis. Vóór het gebouw stond een groepje demonstranten met spandoeken.
De Statenzaal is vanaf de openbare weg goed te zien, er zit wel een slotgracht tussen.
De demonstratie was voor ons bedoeld!
Ik keek nieuwsgierig naar de spandoeken en zag dat men het hier opnam voor de grote grazers van het natuurgebied de Oostvaardersplassen.
Ik zou wel een gesprekje willen aanknopen met een van hen, maar ik wilde op tijd zijn voor de vergadering. Als zich nog een gelegenheid aanbiedt zal ik het zeker doen, hoewel het gebruik van de term genocide die ik op een van de spandoeken ontwaarde het ergste doet vermoeden met betrekking tot de redelijkheid en het zedelijk oordeelsvermogen van de gesprekspartner.
Ik begreep niet goed waarom juist deze vergadering was uitgekozen voor het protest, voor zover ik wist stond het onderwerp Oostvaardersplassen niet op de agenda.
Achter de voorzitter (Commissaris van de Koning leen Verbeek, wiens beeld ook groot te zien is op het scherm) zijn enkel demonstranten zichtbaar.
Het eerste uur van de vergadering (waarin onder andere afscheid werd genomen van twee vertrekkende statenleden en twee nieuwe de eed aflegden) stonden de activisten een beetje te zwaaien met hun leuzen en een van hen hield lange redevoeringen door een megafoon waarvan jammer genoeg geen woord te verstaan was.
Tijdens het vragenhalfuurtje kwam ineens de aap uit de mouw: de PVV wilde graag van de gedeputeerde weten of deze er wel van op de hoogte was dat er vele heckrunderen sterk vermagerd naar voer smachtten en dat Staatsbosbeheer het door actievoerders aangevoerde hooi (met gevaar voor eigen leven naar de verhongerende beesten gebracht, waarbij hekken stuk geknipt werden en de spoorlijn werd overgestoken) had weggehaald.
Enig contact vooraf tussen demonstranten en PVV-fractie mag dus verondersteld worden. De gemeenteraadsverkiezingen zijn immers in aantocht.
Pijnlijk was wel dat juist toen de fractievoorzitter van zijn geweldige betrokkenheid bij het lot van de grote grazers getuigde, de actievoerders net hun boeltje bij elkaar hadden gepakt en vertrokken waren.
Het beeld dat door de dierenvrienden werd geschetst bleek diametraal te verschillen van de waarnemingen van de gedeputeerde. Deze had enkele dagen eerder de situatie in het bijzijn van een dierenarts verkend en had geen stervende of verhongerde dieren aangetroffen. Ze hadden meerdere kuddes van nabij geobserveerd en gezien dat ze allemaal “met de koppen aan de grond” stonden te grazen, behalve één groepje, dat verlangend stond te wachten op de lekkere hapjes die zouden worden gebracht door de invoelende actievoerders.
De winter is behoorlijk zacht geweest tot nu toe, dus er is genoeg gras. Als dat niet het geval was geweest zou Staatsbosbeheer zelf bijvoer hebben gebracht. (Het bijvoer wordt dan over een groot gebied uitgespreid, om ervoor te zorgen dat de beesten moeite moeten doen en om te voorkomen dat een klein gebied helemaal platgetreden wordt en verandert in een modderpoel).
De verontwaardiging was groot dat de boswachters het voer van de actievoerders hadden weggehaald. De verklaring hiervoor was, dat dit hooi niet gecontroleerd was. Dit moet wel gebeuren om te voorkomen dat de dieren verkeerde stoffen binnenkrijgen en dat ongewenste zaden het natuurgebied binnen komen.
De dierenarts had overigens ook verteld dat hij en zijn familie meermalen bedreigd waren door de dierenvrienden. (De PVV nam hier overigens afstand van).
Faunaschade en valwild
Niet voor het eerst werd ik geconfronteerd met zaken waar ik nog nooit eerder mee te maken had gehad. De SGP diende een motie in waarin het college werd opgedragen een groot bedrag ter beschikking te stellen als opstartsubsidie voor de Stichting Faunaschade & Schadebestrijding.
Ik leerde dat de term faunaschade wordt gebruikt als (bijvoorbeeld) ganzen een akker hebben kaalgevreten.
De stichting “draagt bij in de preventie van schade bij grondgebruikers, stroperij, ondermijning en onveiligheid in het buitengebied”. En passant nemen ze ook de zorg op zich voor valwild.
Ik kwam erachter dat deze term wordt gebruikt voor dieren die zijn aangereden en uit hun lijden moeten worden verlost.
Tot mijn niet geringe verbazing werd de motie door alle partijen gesteund (met uitzondering van GL en de PvdD).
Ik was vooral zo verbaasd, omdat alles zo snel moest: het is gebruikelijk dat er van tevoren volop informatie beschikbaar wordt gesteld en dat er uitgebreid kan worden gedelibereerd vooraleer een motie in stemming wordt gebracht.
Partijen die nu voorstemden hebben zich eerder met betrekking tot andere onderwerpen uitgebreid beklaagd over gebrekkige informatievoorziening en er voortdurend op gehamerd dat zij uitgebreid betrokken wilden worden bij voorbereiding en uitvoering van beleid.
Nu gingen ze blind akkoord met een nauwelijks uitgewerkt voorstel.
Voor mij werd duidelijk dat jagers en boeren in Flevoland over behoorlijk wat invloed beschikken.
Blijft de vraag waarom ze het dan nodig vinden eufemismen te gebruiken als faunaschade en valwild? De Amerikanen hebben op dit gebied minder scrupules. Zij hebben het over vermin en roadkill.