Wij van de HKS

Ik schrijf dit blog inmiddels al enkele jaren en heb in die tijd een flink aantal reacties gekregen. De meeste zijn aardig, sommige plaats ik niet omdat mensen denken dat ze in een chatgroep beland zijn en een enkele is ronduit kwaadaardig.

Het gebeurt ook dat mensen via mijn blog contact zoeken. Ze hebben kennelijk gegoogled op een zoekterm die hen naar mijn site leidde.

Dat heeft soms leuke gevolgen.

Een oud-leerling van de Hervormde Kweekschool in Amsterdam, een opleiding tot onderwijzer(es) waarvan mijn vader 10 jaar directeur is geweest (en waar ik ook gestudeerd heb, maar toen was de naam veranderd in de Hervormde Pedagogische Akademie) zocht contact na het lezen van een van mijn blogs waarin de HKS een rol speelde.

Hij schreef dat hij eind jaren ’60 leerling was geweest van de “buitenklas”, waarin leerlingen zaten die van buiten Amsterdam kwamen. De klasgenoten hadden door de jaren heen contact gehouden, hadden meerdere reünies georganiseerd en enkelen hadden niet lang geleden een boek het licht doen zien met interviews en foto’s.

Hij was van plan mij een exemplaar toe te sturen en vroeg of ik dat op prijs zou stellen.

 

Ik antwoordde dat ik het een interessant aanbod vond en niet lang daarna werd het bezorgd.

 

Het boek is in eigen beheer uitgegeven (denk ik), maar heeft wel een ISBN nummer. Het is fraai vormgegeven en telt naast 28 interviews ook een aantal intermezzi die een beeld schetsen van de tijd die de leerlingen op de Plantage Middellaan doorbrachten.

Er staan uiteraard ook volop foto’s in.

 

Ik herkende enkele namen van de geïnterviewden, omdat mijn vader die weleens genoemd had, één had ik destijds ontmoet.

 

Ik was ervan uitgegaan dat ik het boek waarschijnlijk alleen maar zou doorbladeren en slechts enkele verhalen zou lezen.
Dat pakte anders uit, ik heb het van voor tot achter gelezen en uiteraard ook de foto’s goed bekeken. Ik herkende veel oude foto’s en op een ervan ben ik zelfs te zien.

 

Er wordt een mooi beeld geschetst van een generatie studenten die enkele jaren eerder dan ik hun studie voltooiden. Het leeftijdsverschil tussen hen en mij is feitelijk maar klein, ik schat een jaar of vijf, toch zijn de verschillen tussen hun (school)loopbaan en de mijne behoorlijk groot.

Veel van de leerlingen komen uit grote, niet al te draagkrachtige gezinnen, moesten vaak thuis meewerken op de boerderij en waren onwennig in de grote stad.

Ze hebben opvallend vaak niet heel bewust gekozen voor een loopbaan in het onderwijs, maar gingen naar de Kweekschool omdat dit een mooie, brede opleiding was waar je meerdere kanten mee op kon. De universiteit was waarschijnlijk volstrekt buiten beeld.

 

Uit het boek blijkt dat de leerlingen van de buitenklas het over het algemeen niet slecht gedaan hebben. De meesten vonden snel werk, zagen kans een arbeidzaam leven te leiden en hebben de schaapjes inmiddels op het droge. De huizen zijn ruim, het pensioen is vaak al wat eerder ingegaan en er wordt veel gereisd.

 

Er was ook leed. Er zijn scheidingen langsgekomen en ook op het terrein van de gezondheid zijn er klachten. Vijf klasgenoten zijn inmiddels overleden.

De naam van mijn vader wordt vaak genoemd, bijna altijd in positieve zin. Er komt een beeld van hem naar voren van een aardige directeur, die nogal eens gevangen zat tussen bestuur en rancuneuze collega’s enerzijds en studenten die grote behoefte hadden aan democratisering anderzijds. Gevoelsmatig hoorde hij eerder in het kamp van de leerlingen dan in dat van het establishment.

Grappig is, dat de invalshoek anders is: thuis hoorde ik natuurlijk uitsluitend mijn vaders kant van het verhaal, het boek is geschreven vanuit het perspectief van de leerlingen.

 

Zo had mijn vader het vaak over het Heinemann-incident en de bijzondere rol die hij gespeeld had in de afwikkeling ervan.

In 1969 bezocht de Bondskanselier Amsterdam.
Bij zijn bezoek aan de Hollandsche Schouwburg, monument voor de Jodenvervolging tegenover de kweekschool gelegen, werd door een aantal leerlingen “Hi-ha-Heinemann” geroepen en werd “We Shall Overcome” gezongen. In overleg tussen Minnema en de Academieraad werd besloten een excuusbrief te sturen voor dit ongepast geachte gedrag.”

Mijn vader was erg trots op de briefwisseling tussen hem, het kabinet van Koningin Juliana en de Bondskanselier en had het nooit over de rol van de leerlingen.

Het boek is een mooi document dat niet alleen interessant is voor de geportretteerden, maar ook een mooi tijdsbeeld schept van een generatie onderwijzers in de tijd dat studenten een stem kregen en het democratiseringsproces op scholen op gang kwam.

Mooie vondst van de samensteller en vormgever (Jostan Forrer): tussen de hoofdstukken zijn foto’s opgenomen van de trappenhuizen in het oude schoolgebouw. Na bijna vijftig jaar kan ik me nog heel goed het geluid herinneren dat honderden voeten maakten op de houten trappen als de lessen afgelopen waren.

 

Toen ik klein was nam mijn vader me weleens mee naar zijn werk, vaak in het weekend als er geen leerlingen in school waren. Ik speelde in de gymzaal en mocht mijn stem door de school laten galmen door middel van de geluidsinstallatie die op deze kamer hing. Ik snuffelde in het kastje waarin de gevonden voorwerpen (sleutels, sieraden, horloges) bewaard werden en speelde met de gedachte er iets van mee naar huis te nemen.
Aan de wand een foto van Kennedy en een replica van een Grieks fries, die uiteindelijk zijn weg gevonden heeft naar mijn huiskamer.

Een ding klopt niet in dit stukje: mijn zus Atie heeft nog “gewoon” de kweekschool afgemaakt, ik was degene die in de HAVO-top instroomde. (In 1977 behaalde ik mijn akte).

 

Gepubliceerd op
Gecategoriseerd als Gelezen

2 reacties

  1. Reuze leuk verhaal Martin. Ik ben onlangs met Jannie bij je geweest om het boek (en jou en Greet) te zien. Mijn ex echtgenoot Frits heeft ook een steentje bijgedragen. Hij verklaarde o.a. dat hij en ik in goede harmonie gescheiden waren . Een opluchting dat hij dat nu ook zo ervaart.:-)
    Ik kom gauw het boek lenen. Goede oude tijd!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.