Inburgeren

Ik ontmoette Jamila in de supermarkt. Heel lang geleden gaf ik haar Nederlandse les en ze herkende me nog.

We raakten aan de praat en haalden herinneringen op uit de tijd dat Nederlands als tweede taal nog serieus genomen werd en iedereen die onze taal niet sprak recht had op basiseducatie.

Onze school gaf les aan anderstaligen uit vele verschillende landen, onder verantwoordelijkheid van het Ministerie van Onderwijs. Later werd dit onderwijs ondergebracht bij het ministerie van Justitie en heetten de cursisten ineens Nieuwkomers.

Nog later werden ze zelf verantwoordelijk voor hun onderwijs, kregen een lening om dit te bekostigen en kwamen niet zelden terecht bij beunhazen.

Jamila sprak nog steeds niet accentloos maar kon zich wel prima verstaanbaar maken. Ze vertelde dat ze nog steeds contact heeft met klasgenoten van toen en met hen nog wel eens praat over vroeger.

Ik herinner me dat ze deel uitmaakte van de groep die op schoolreisje ging naar het openluchtmuseum. Een uitje met de bus is voor volwassenen net zo leuk als voor kinderen, vooral als het je in staat stelt even te ontsnappen aan de verplichtingen van alledag.

Dat lukte de mannen overigens beter dan de vrouwen. Zij liepen druk pratend voorop en hun echtgenoten kwamen erachteraan, beladen met tassen en manden waarin zich de mondvoorraad bevond.

Een dagje uit is pas geslaagd als er ook volop gegeten kan worden.

Er moest wel een goede plek gekozen worden voor het eetfestijn, het leek niet zo’n goed idee ergens op het gras te gaan zitten, omdat het net geregend had.

De groep vond een plek in het kerkje en daar kwamen de kippenpoten, pasteitjes en rijstschotels tevoorschijn. We vonden dat de oecumene op deze manier goed gestalte kreeg en gingen er van uit dat God er vast geen bezwaar tegen had dat we de maaltijd in zijn huis gebruikten.

 

Een andere keer gingen we naar de Efteling. De vrouwelijke cursisten keken zuinigjes naar alle attracties, waarin mensen gillend hard en hoog gingen. Ze gingen er voor geen goud in.

Ze vermoedden op een voor hen geschikte attractie te zijn gestuit toen ze het piratenschip zagen liggen. Daar wilden ze wel in.

Wel vroegen ze voor de zekerheid aan mij of dit wel verantwoord was. “Gaat niet hard, Martin?” Ik loog dat dit niet zo was en dat de boot gewoon lekker wat zou gaan varen.

De vrouwen namen plaats op de bankjes en kregen geen argwaan toen ze te horen kregen  dat ze de veiligheidsgordels om moesten doen.

Toen iedereen zat werd het hek gesloten en kwam het schip langzaam in beweging. De boot begon aan een slingerbeweging waarbij hij steeds hoger kwam.

Het gillen nam een aanvang, luid en in vele talen. Handen werden wit van het vastklemmen aan de handgrepen en hoofddoekjes fladderden.

Toen het schip eindelijk weer stillag kwamen ze bibberend overeind en gingen zo snel mogelijk van boord.

Het duurde even vóór ze het me vergaven, maar het was alweer etenstijd en onder het genot van al het lekkers dat ze meegenomen hadden schepten ze tegen hun mannen op over hun avontuur.

Jamila vertelde dat sedertdien nog meerdere keren naar de Efteling is geweest waar ze tot verbazing van haar kinderen bijna overal in durfde.

We rekenden onze boodschappen af en gingen naar huis.

Gepubliceerd op
Gecategoriseerd als Onderwijs

1 reactie

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *