Lente in Zeeland

We gingen een weekje naar Zeeland omdat we altijd naar Terschelling gaan.

Het was nog te koud voor de caravan (er is niets zo stom als zitten te vernikkelen in een dunwandig aanhanghuisje als je in het bezit bent van een comfortabel woonhuis), dus we hadden een vakantiehuisje gehuurd.

Het huisje was een beach-hut en bevond zich op een vakantiepark van Roompot. Ik denk dat investeren in vakantieparken rentetechnisch erg slim is, want ze worden overal uit de grond gestampt.

Ons park was nog niet helemaal af, in het midden moest nog een groot centraal gebouw komen, waarin een winkel en zwemparadijs gerealiseerd zouden worden. De werkzaamheden bestonden vooralsnog uit het verplaatsen van grote hoeveelheden grond met behulp van happers en vrachtwagens, die voortdurend piepende geluiden produceerden als ze achteruit reden.

De huisjes waarvan wij er een mochten betrekken waren heel nieuw en stonden midden in de duinen.

Dat was eigenlijk niet zo. Men had tonnen zand bovenop de Zeeuwse klei gestort, wat helmgras geplant en er nog wat schelpen op gegooid.

Maar we konden nu wel van onze veranda afstappen en dan meteen zand tussen onze blote tenen krijgen!

In dit gedeelte van Zeeland (we zaten vlakbij de grens met België) zijn er eigenlijk geen duinen. Een hoge dijk beschermt het land, als je hier overheen gaat kom je bij het strand.

In ons geval moest je ook nog een natuurgebiedje doorkruisen: zo’n situatie waarin het water van de zee bij hoog water flink ver het land in kan stromen. De planten krijgen afwisselend zoet en zout water te drinken, de vogels kunnen er lekker poepen en veren laten vallen en er waren ook nog miljoenen harige rupsen. In de modder stonden allemaal pootafdrukken van onbekende beesten, die waarschijnlijk ’s nachts van het hartige loof kwamen snoepen.

Ik kon er als natuurliefhebber mijn hart ophalen.

Eenmaal aangekomen op het strand kon je twee kanten op, gelukkig was er in beide richtingen een strandpaviljoen, waar je heerlijk kan zitten lezen. Af en toe kijk je op uit je boek en ziet dan traag grote lelijke zeeschepen langskomen op weg naar de Westerschelde.

Weer teruggekomen in het huisje kookten we ons potje, keken nog even tv (een mooie grote!) en legden ons te ruste in het bed dat associaties opwekte met een trampoline.
Ik stuiterde eens over de rand, maar viel niet op de grond omdat de muur zich gelukkig op 15 centimeter van de bedrand bevond. De slaapkamer was wat krap bemeten, er was behalve voor het bed geen plaats voor iets anders. Als je je wilde omkleden moest je de deur openzetten en voor de tas met kleren moesten we een plekje buiten de slaapkamer vinden.

We maakten een uitstapje naar Brugge, wat een mooie stad! We zagen er tientallen oude huisjes, het ene nog antieker dan het andere en we maakten een vaartochtje. Als we de verstaanbare fragmenten van de Engelse en Franse teksten waarop de kapitein ons trakteerde combineerden kregen we een aardige indruk van wat we niet missen mochten.

Als je in België bent moet je natuurlijk een pintje vatten en frites eten. We deden dat in een restaurant dat ons in een blog van een enthousiaste reiziger was aanbevolen: Gran Kaffee de Passage. Ik at hier stoverij met frieten, heerlijk!

We kochten nog wat chocola voor de thuisblijvers en reden terug naar Nederland.

Het grote voordeel van er een weekje tussenuit gaan is, dat je weer heerlijk onbekommerd kunt lezen. Op de één of andere manier lukt dat op vakantie veel beter dan thuis.

We zagen de zon ondergaan tijdens een dinertje in een strandpaviljoen op palen, en toostten op ons huwelijk, dat die dag al precies 29 jaar standhield.

Een welbestede vakantie dus, ruim de moeite van twee keer een lange autorit (waarvan ruim 6 kilometer onder water!) waard.

 

 

 

Gepubliceerd op
Gecategoriseerd als Gezien

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.