Pitloze druiven en keiharde peren

Je staat weleens te weinig stil bij dingen.

Zo verwonder ik me er elke keer weer over dat het druivenseizoen maar niet ophoudt.
Ik koop al maanden van die heel lekkere rode druiven, en verwacht elk moment dat ze op zijn, dat ik genoegen moet nemen met middelmatige mandarijntjes en beurse bananen.

Het sneeuwt nu buiten, maar ze zijn er nog steeds.
Ze komen uit warme landen, zoals Spanje en Griekenland en bevatten geen pitjes!

Vroeger was dat altijd een minpuntje bij het druiveneten: je moest de pitjes op een nette manier zien kwijt te raken, of je beet erop en dan kwam er een bittere smaak vrij. Je slikte er altijd wel een aantal door en ging er maar van uit dat dit een gunstige uitwerking op de spijsvertering had.

Pitjes waren een noodzakelijk kwaad: je wist nog van de biologieles dat in de natuur vruchten bedoeld zijn om opgegeten te worden door dieren. Een win-winsituatie: de beesten een lekkere traktatie, en de planten een verspreider van hun zaadjes. (De zaadjes in het fruit zijn sterk genoeg om in de buik van de fruitetende fauna te overleven, en komen met de poep op plekken terecht waar ze normaliter nooit zouden komen). Wat is de voortplanting toch vindingrijk.

Maar nu zijn de pitjes er dus door de Grieken en Spanjolen helemaal uitgeteeld. Planten die van nature al weinig pitjes bevatten werden met elkaar gekruist, net zolang tot er niet één meer inzat!

Vanuit Darwinistisch standpunt gezien zou dit druivenras buitengewoon weinig toekomst hebben. Deze gemuteerde druiven zijn een eindstation, ze kunnen ook nooit gebruikt worden voor de kweek van nieuwe planten.

Het is eigenlijk een beetje triest. Je kunt het vergelijken met voetballers die een toptraining ondergaan op het gebied van pingelen en schieten, maar nooit een doelpunt mogen maken….

Het is dus een schitterende ervaring om een tros met zulke lekkere druiven soldaat te maken, maar er is wel iets raars mee aan de hand: je hebt geen last meer van vervelende pitjes, maar deze nieuwe druiven laten zich vaak moeilijk losmaken van de takjes waaraan ze groeien. Ze komen niet mooi los, maar nemen een klein steeltje mee, dat je er nog even apart vanaf moet halen. Niet erg, maar wel even een puntje.

Het valt me ook iedere keer op dat de druiven zelf heel lang sappig blijven, maar dat aan het hout waaraan ze vastzitten vaak al het water onttrokken lijkt. Dat is kurkdroog en keihard.
Hebben ze in het laboratorium ook uitgedokterd dat het sap zoveel mogelijk in de vrucht moet blijven?

 

Wie denkt zomaar een lekker druifje te kunnen oppeuzelen weet nu beter: je eet in werkelijkheid een organisch agricultureel wondertje!

 

 

Maar we zijn er nog niet. Mannen in de witte jassen, hier is een oproep voor jullie:

Kijk eens naar de peren: die zijn een week na aankoop nog keihard, vervolgens gedurende drie kwartier verrukkelijk rijp en daarna melig. Dat moet beter kunnen!

 

 

Pitloze druiven:       9
Peren:                        4

 

 

Gepubliceerd op
Gecategoriseerd als Eten

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.